Nog geen account of wachtwoord vergeten? Klik hier
interview

Dirigent Emmanuelle Haïm: ‘Ik prijs me gelukkig met zulke geweldige instrumentalisten’

door Agnes van der Horst
26 mrt. 2024 26 maart 2024

Tijdens een concert van het barokensemble Le Concert d’Astrée is het alsof bij elke rust in de muziek het slotakkoord even opveert. Zo licht en tegelijkertijd zo vitaal kan een orkest ­klinken als Emmanuelle Haïm ervoor staat. Ze maakt haar debuut bij het Concertgebouworkest.

Emmanuelle Haïm startte haar muzikale loopbaan als continuo-­speler bij oudemuziek­ensembles als Les Arts Florissants. In 2000 richtte de Française haar eigen ­barokensemble op (Le Concert d’Astrée) en sindsdien combineert ze dirigeren en spelen, meestal dirigerend vanachter het klavecimbel of orgel.

Sinds 2001 leidde ze ook andere barok­orkesten en geleidelijk ontwikkelde ze zich tot een van de oudemuziekspecialisten die zijn of haar ervaringen graag deelt met grote symfonieorkesten.

Geen omscholing

‘Nee, ik ben niet nerveus voor dit debuut, behalve dan dat het altijd wel spannend is, zo’n eerste keer voor een orkest dat je nog niet kent’, zegt ze vrolijk. ‘Maar toegegeven: het doet me wél iets, het orkest is zo beroemd en belangrijk. Maar ik prijs me vooral gelukkig dat ik met zulke geweldige ­instrumentalisten mag werken.’

Ze heeft hoge verwachtingen: ‘In Amsterdam, in Nederland, is het allemaal begonnen: de opkomst van stijlgetrouwe uitvoeringen van oude muziek. Het Concertgebouworkest kent die muziek en de stijl, mede dankzij authentieke uitvoeringspioniers als Nikolaus Harnoncourt en Trevor Pinnock, die er regelmatig op de bok stonden en staan.’ Haïm is er niet op uit een symfonieorkest om te scholen tot een barokorkest.

 

Emmanuelle Haïm startte haar muzikale loopbaan als continuo-­speler bij oudemuziek­ensembles als Les Arts Florissants. In 2000 richtte de Française haar eigen ­barokensemble op (Le Concert d’Astrée) en sindsdien combineert ze dirigeren en spelen, meestal dirigerend vanachter het klavecimbel of orgel.

Sinds 2001 leidde ze ook andere barok­orkesten en geleidelijk ontwikkelde ze zich tot een van de oudemuziekspecialisten die zijn of haar ervaringen graag deelt met grote symfonieorkesten.

Geen omscholing

‘Nee, ik ben niet nerveus voor dit debuut, behalve dan dat het altijd wel spannend is, zo’n eerste keer voor een orkest dat je nog niet kent’, zegt ze vrolijk. ‘Maar toegegeven: het doet me wél iets, het orkest is zo beroemd en belangrijk. Maar ik prijs me vooral gelukkig dat ik met zulke geweldige ­instrumentalisten mag werken.’

Ze heeft hoge verwachtingen: ‘In Amsterdam, in Nederland, is het allemaal begonnen: de opkomst van stijlgetrouwe uitvoeringen van oude muziek. Het Concertgebouworkest kent die muziek en de stijl, mede dankzij authentieke uitvoeringspioniers als Nikolaus Harnoncourt en Trevor Pinnock, die er regelmatig op de bok stonden en staan.’ Haïm is er niet op uit een symfonieorkest om te scholen tot een barokorkest.

 

  • Emmanuelle Haïm

    foto: Simon Fowler / Warner Classics

    Emmanuelle Haïm

    foto: Simon Fowler / Warner Classics

  • Emmanuelle Haïm

    foto: Simon Fowler / Warner Classics

    Emmanuelle Haïm

    foto: Simon Fowler / Warner Classics

  • Emmanuelle Haïm

    foto: Simon Fowler / Warner Classics

    Emmanuelle Haïm

    foto: Simon Fowler / Warner Classics

  • Emmanuelle Haïm

    foto: Simon Fowler / Warner Classics

    Emmanuelle Haïm

    foto: Simon Fowler / Warner Classics

‘Ik doe dit omdat het interessant is. Het geeft een inspirerende, andere kijk op oude muziek. Natuurlijk zul je nooit hetzelfde geluid bereiken als met een barokorkest. Er wordt op totaal andere instrumenten gespeeld en dat geeft een totaal andere klank. Maar als de orkestmusici zich de barokstijl eigen maken en die verinnerlijken ontstaat er toch iets heel moois.’

Dans

Emmanuelle Haïm zette muziek van Händel en Rameau op haar programma met het Concertgebouworkest. Verende slot­akkoorden zullen vooral te horen zijn in de Franse barokmuziek van Rameau: ‘Dat elegante hoort bij dansmuziek, of naar dans verwijzende muziek, en veel Franse zeventiende-­eeuwse muziek heeft iets dansants. Dat is ook een van de grote verschillen tussen de Franse en de Italiaanse barokmuziek.

Zo zijn er meer verschillen: in Frankrijk speelde de Académy Royale de musique, het orkest van Lodewijk XIV (die overigens dol was op dansen), op heel andere violen dan elders in Europa. Daarnaast moet Franse barokmuziek vaak anders – losser – worden uitgevoerd dan hoe het staat opgeschreven; dat geldt onder meer voor de ritmes en de versieringen.’ Hoe leg je dat uit aan een orkest met moderne instrumenten?

‘Je moet eerst zelf heel veel weten en er een gevoel voor ontwikkelen, en dat dan vervolgens overbrengen. Ik koos voor Rameau, omdat hij een geweldig componist is wiens werk de laatste tijd maar weinig wordt uitgevoerd. Ik heb zijn Suite uit ‘Dardanus’ – een van zijn beste en meest kleurrijke stukken – dus ook een beetje voor mezelf op het programma gezet, maar ook vanwege de combinatie met Händel. In diens Water Music bijvoorbeeld hoor je de invloed van de Franse dansmuziek.’

Liefdeswaanzin

Dat Emmanuelle Haïm Händel zou uitvoeren lag enigszins voor de hand. Händel is een van haar grote favorieten; het merendeel van haar opnames is aan hem gewijd. Op de vraag waarom, volgt een woordenstroom. ‘Neem zijn Concerti grossi, opus 6: de energie van die muziek, die sprankelende ritmiek! Ook wat hij doet met de harmoniek is buitengewoon interessant en gedurfd.

 

‘Ik doe dit omdat het interessant is. Het geeft een inspirerende, andere kijk op oude muziek. Natuurlijk zul je nooit hetzelfde geluid bereiken als met een barokorkest. Er wordt op totaal andere instrumenten gespeeld en dat geeft een totaal andere klank. Maar als de orkestmusici zich de barokstijl eigen maken en die verinnerlijken ontstaat er toch iets heel moois.’

Dans

Emmanuelle Haïm zette muziek van Händel en Rameau op haar programma met het Concertgebouworkest. Verende slot­akkoorden zullen vooral te horen zijn in de Franse barokmuziek van Rameau: ‘Dat elegante hoort bij dansmuziek, of naar dans verwijzende muziek, en veel Franse zeventiende-­eeuwse muziek heeft iets dansants. Dat is ook een van de grote verschillen tussen de Franse en de Italiaanse barokmuziek.

Zo zijn er meer verschillen: in Frankrijk speelde de Académy Royale de musique, het orkest van Lodewijk XIV (die overigens dol was op dansen), op heel andere violen dan elders in Europa. Daarnaast moet Franse barokmuziek vaak anders – losser – worden uitgevoerd dan hoe het staat opgeschreven; dat geldt onder meer voor de ritmes en de versieringen.’ Hoe leg je dat uit aan een orkest met moderne instrumenten?

‘Je moet eerst zelf heel veel weten en er een gevoel voor ontwikkelen, en dat dan vervolgens overbrengen. Ik koos voor Rameau, omdat hij een geweldig componist is wiens werk de laatste tijd maar weinig wordt uitgevoerd. Ik heb zijn Suite uit ‘Dardanus’ – een van zijn beste en meest kleurrijke stukken – dus ook een beetje voor mezelf op het programma gezet, maar ook vanwege de combinatie met Händel. In diens Water Music bijvoorbeeld hoor je de invloed van de Franse dansmuziek.’

Liefdeswaanzin

Dat Emmanuelle Haïm Händel zou uitvoeren lag enigszins voor de hand. Händel is een van haar grote favorieten; het merendeel van haar opnames is aan hem gewijd. Op de vraag waarom, volgt een woordenstroom. ‘Neem zijn Concerti grossi, opus 6: de energie van die muziek, die sprankelende ritmiek! Ook wat hij doet met de harmoniek is buitengewoon interessant en gedurfd.

 

  • Georg Friedrich Händel

    portret door Balthasar Denner, ca. 1726-1728

    Georg Friedrich Händel

    portret door Balthasar Denner, ca. 1726-1728

  • Georg Friedrich Händel

    portret door Balthasar Denner, ca. 1726-1728

    Georg Friedrich Händel

    portret door Balthasar Denner, ca. 1726-1728

Händel nam Italië met zich mee naar Engeland: de kennis en de ervaringen die hij er opdeed met name van de muziek van Corelli en Scarlatti. Dat, gecombineerd met zijn Duitse leerschool en zijn inspiratie door Franse en Engelse muziek maakt van Händel een Europees componist, die zijn leven lang is blijven groeien en vernieuwen.

Nadat de Britten hun interesse verloren voor de Italiaanse opera stapte hij over op een totaal nieuw genre, het oratorium, en ook op dat terrein schreef hij het ene juweel na het andere. Wat ik zo geweldig vind aan Händels muziek is, dat ze altijd vocaal is, wat hij ook schreef. Händel hield van de menselijke stem omdat die zoveel emoties kan uitdrukken, dat was voor hem heel belangrijk. Hij was voortdurend op reis om de beste zangers te vinden.’

Voor de in Italië gecomponeerde cantate Il delirio amoroso (liefdeswaanzin) had Händel maar één sopraan nodig, maar dat moet wel een hele goede geweest zijn, zegt Haïm. ‘Il delirio amoroso is een uniek werk, onder meer omdat de solozangeres de hoofdpersoon is, maar óók het verhaal vertelt. Er zitten bovendien fantastische instrumentale solorollen in de cantate, zoals voor de viool die tijdens de aria Un pensiero voli in ciel van rol wisselt met de sopraan. Er is een prachtige pastorale fluitsolo en een intens dramatische rol voor solocello; het is een kort muziekdrama, maar het zit vol grandioze kamermuziekmomenten.’

Haïms enthousiasme is aanstekelijk. Dat zeggen ook de musici en zangers die met haar samenwerken. ‘Tijdens de repetities en de concerten is haar energie enorm inspirerend’, aldus de Amerikaanse mezzosopraan Susan Graham in een interview. ‘Emmanuelle brengt de oude muziek tot leven. Wie denkt dat barokmuziek saai is, geneest onmiddellijk zodra hij hoort wat Emmanuelle ermee doet.’

Händel nam Italië met zich mee naar Engeland: de kennis en de ervaringen die hij er opdeed met name van de muziek van Corelli en Scarlatti. Dat, gecombineerd met zijn Duitse leerschool en zijn inspiratie door Franse en Engelse muziek maakt van Händel een Europees componist, die zijn leven lang is blijven groeien en vernieuwen.

Nadat de Britten hun interesse verloren voor de Italiaanse opera stapte hij over op een totaal nieuw genre, het oratorium, en ook op dat terrein schreef hij het ene juweel na het andere. Wat ik zo geweldig vind aan Händels muziek is, dat ze altijd vocaal is, wat hij ook schreef. Händel hield van de menselijke stem omdat die zoveel emoties kan uitdrukken, dat was voor hem heel belangrijk. Hij was voortdurend op reis om de beste zangers te vinden.’

Voor de in Italië gecomponeerde cantate Il delirio amoroso (liefdeswaanzin) had Händel maar één sopraan nodig, maar dat moet wel een hele goede geweest zijn, zegt Haïm. ‘Il delirio amoroso is een uniek werk, onder meer omdat de solozangeres de hoofdpersoon is, maar óók het verhaal vertelt. Er zitten bovendien fantastische instrumentale solorollen in de cantate, zoals voor de viool die tijdens de aria Un pensiero voli in ciel van rol wisselt met de sopraan. Er is een prachtige pastorale fluitsolo en een intens dramatische rol voor solocello; het is een kort muziekdrama, maar het zit vol grandioze kamermuziekmomenten.’

Haïms enthousiasme is aanstekelijk. Dat zeggen ook de musici en zangers die met haar samenwerken. ‘Tijdens de repetities en de concerten is haar energie enorm inspirerend’, aldus de Amerikaanse mezzosopraan Susan Graham in een interview. ‘Emmanuelle brengt de oude muziek tot leven. Wie denkt dat barokmuziek saai is, geneest onmiddellijk zodra hij hoort wat Emmanuelle ermee doet.’

Dit artikel wordt u gratis aangeboden door Preludium. Meer lezen? Abonneer dan nu.