Sopraan Christiane Karg: ‘Er is niet één waarheid’
door Frederike Berntsen 08 nov. 2025 08 november 2025
‘Bestaat de hemel? Wie zal het zeggen.’ Christiane Karg zingt Mahlers Das himmlische Leben bij het Concertgebouworkest. Dat zingen voor haar de hemel is, daarover bestaat geen twijfel.
Ze was onlangs nog te horen tijdens het Mahler Festival. Met het Budapest Festival Orchestra zong sopraan Christiane Karg in Mahlers Tweede symfonie. Iván Fischer, die zijn eigen orkest dirigeerde, noemt ze fantastisch, een ‘ware kunstenaar’. ‘Alles komt bij hem recht uit het hart, hij is authentiek’, zegt Karg.
‘Is het echt zo mooi in de hemel?’
‘En dan sta je daar, tegenover de cartouche met ‘Mahler’ op het frontbalkon. Vlak daarvoor ben je via die lange trap op het podium gekomen, iedereen vindt ’m eng. Een jurk, hoge hakken… Maar om zo je entree te mogen maken, is vorstelijk. Als ik met pensioen ben, is dit een van de momenten die ik me voor altijd zal herinneren.’
Eerlijke kunst
De Duitse Karg is terugverhuisd vanuit het hectische Berlijn naar haar geboorteplaats Feuchtwangen. Ze draait tijdens ons zoomgesprek haar laptop naar het uitzicht op een schitterende kerk. ‘Het is hier heerlijk, en ik ga hier niet meer weg.’ Karg klinkt fris en opgeruimd. ‘Dat ben ik ook, ik heb net twee weken vakantie achter de rug. Klinkt lang hè, maar het moet. Mijn stem hoef ik niet iedere dag te trainen, als het nodig is kan ik morgen het laatste deel van Mahlers Vierde symfonie zingen.’
De Vierde voert ze nu uit bij het Concertgebouworkest onder leiding van Andris Nelsons, met wie ze al vaak het podium deelde. Ze deden samen Beethovens Negende, Mahlers Tweede en Vierde, Mozart. Nelsons luistert goed naar degene met wie hij werkt. ‘Het gaat altijd om de samenwerking en de discussie. Iets is nooit absoluut voor mij, er is niet één waarheid.
Ik heb met Nikolaus Harnoncourt mogen werken. Hij was iemand die steeds alles bevroeg, terugkeek en overal vragen bij stelde. Alleen zolang je blijft zoeken naar de waarheid maak je eerlijke kunst.’
Tricky
Karg onthult: ‘Bij Mahlers Vierde, maar ook bij Brahms’ Ein deutsches Requiem, heb ik heel soms dat mijn ziel buiten mijn lichaam treedt, dat ik toekijk naar hoe ik sta te zingen. Zoiets gebeurt alleen in muziek die ik heel goed ken, en het hangt natuurlijk ook van de dirigent af. Ik moet niet alleen de muziek vertrouwen, maar ook de dirigent.’
Mahlers Vierde symfonie besluit met het lied Das himmlische Leben, op een tekst uit de volkspoëziebundel Des Knaben Wunderhorn. ‘Voor mij eindigt dit slotdeel met een vraagteken, is het echt zo mooi in de hemel? Meestal zit ik heel het voorgaande deel op het podium. Al die tijd, terwijl ik naar het orkest luister, is mijn gemoedstoestand dat vraagteken. Het is voor mij belangrijk hoe ik een stuk afsluit, dat is wat je het publiek meegeeft. In dit geval dus een vraagteken, niet een punt of een uitroepteken. Bestaat de hemel? Wie zal het zeggen?’
‘Zingen ís de hemel voor mij, dit heb ik altijd gewild. Vroeger rende ik van zaal naar zaal, dat is niet meer zo. Ik ben me bewuster van wat ik doe, welke engagementen ik aanga, en laat alles meer bezinken.’
Ook haar stem verandert, over een paar jaar is Karg te oud om deze Mahler-symfonie uit te voeren, denkt ze. Dit deel heeft frisheid nodig, en het is tricky, je hebt maar zeven minuten om te zingen. ‘Mijn stem klinkt anders dan tien jaar geleden, hij heeft iets van het jeugdige verloren, maar voor mijn leeftijd is ze nog wel erg fris.’
Karg brengt nu een ronder geluid in en ‘een kalmere ik’. Hou ouder ze wordt, hoe meer uithoudingsvermogen ze heeft. In de kortere stukken is ze nerveuzer. Ze weet steeds beter wat er onderweg kan gebeuren, wat er mis kan gaan. ‘Zo’n kort deel is zeer delicaat, ik ben beter voorbereid dan ooit. Het is voor mij op dit punt in mijn leven makkelijker om lange avonden te maken dan miniaturen te zingen.’
Ze was onlangs nog te horen tijdens het Mahler Festival. Met het Budapest Festival Orchestra zong sopraan Christiane Karg in Mahlers Tweede symfonie. Iván Fischer, die zijn eigen orkest dirigeerde, noemt ze fantastisch, een ‘ware kunstenaar’. ‘Alles komt bij hem recht uit het hart, hij is authentiek’, zegt Karg.
‘Is het echt zo mooi in de hemel?’
‘En dan sta je daar, tegenover de cartouche met ‘Mahler’ op het frontbalkon. Vlak daarvoor ben je via die lange trap op het podium gekomen, iedereen vindt ’m eng. Een jurk, hoge hakken… Maar om zo je entree te mogen maken, is vorstelijk. Als ik met pensioen ben, is dit een van de momenten die ik me voor altijd zal herinneren.’
Eerlijke kunst
De Duitse Karg is terugverhuisd vanuit het hectische Berlijn naar haar geboorteplaats Feuchtwangen. Ze draait tijdens ons zoomgesprek haar laptop naar het uitzicht op een schitterende kerk. ‘Het is hier heerlijk, en ik ga hier niet meer weg.’ Karg klinkt fris en opgeruimd. ‘Dat ben ik ook, ik heb net twee weken vakantie achter de rug. Klinkt lang hè, maar het moet. Mijn stem hoef ik niet iedere dag te trainen, als het nodig is kan ik morgen het laatste deel van Mahlers Vierde symfonie zingen.’
De Vierde voert ze nu uit bij het Concertgebouworkest onder leiding van Andris Nelsons, met wie ze al vaak het podium deelde. Ze deden samen Beethovens Negende, Mahlers Tweede en Vierde, Mozart. Nelsons luistert goed naar degene met wie hij werkt. ‘Het gaat altijd om de samenwerking en de discussie. Iets is nooit absoluut voor mij, er is niet één waarheid.
Ik heb met Nikolaus Harnoncourt mogen werken. Hij was iemand die steeds alles bevroeg, terugkeek en overal vragen bij stelde. Alleen zolang je blijft zoeken naar de waarheid maak je eerlijke kunst.’
Tricky
Karg onthult: ‘Bij Mahlers Vierde, maar ook bij Brahms’ Ein deutsches Requiem, heb ik heel soms dat mijn ziel buiten mijn lichaam treedt, dat ik toekijk naar hoe ik sta te zingen. Zoiets gebeurt alleen in muziek die ik heel goed ken, en het hangt natuurlijk ook van de dirigent af. Ik moet niet alleen de muziek vertrouwen, maar ook de dirigent.’
Mahlers Vierde symfonie besluit met het lied Das himmlische Leben, op een tekst uit de volkspoëziebundel Des Knaben Wunderhorn. ‘Voor mij eindigt dit slotdeel met een vraagteken, is het echt zo mooi in de hemel? Meestal zit ik heel het voorgaande deel op het podium. Al die tijd, terwijl ik naar het orkest luister, is mijn gemoedstoestand dat vraagteken. Het is voor mij belangrijk hoe ik een stuk afsluit, dat is wat je het publiek meegeeft. In dit geval dus een vraagteken, niet een punt of een uitroepteken. Bestaat de hemel? Wie zal het zeggen?’
‘Zingen ís de hemel voor mij, dit heb ik altijd gewild. Vroeger rende ik van zaal naar zaal, dat is niet meer zo. Ik ben me bewuster van wat ik doe, welke engagementen ik aanga, en laat alles meer bezinken.’
Ook haar stem verandert, over een paar jaar is Karg te oud om deze Mahler-symfonie uit te voeren, denkt ze. Dit deel heeft frisheid nodig, en het is tricky, je hebt maar zeven minuten om te zingen. ‘Mijn stem klinkt anders dan tien jaar geleden, hij heeft iets van het jeugdige verloren, maar voor mijn leeftijd is ze nog wel erg fris.’
Karg brengt nu een ronder geluid in en ‘een kalmere ik’. Hou ouder ze wordt, hoe meer uithoudingsvermogen ze heeft. In de kortere stukken is ze nerveuzer. Ze weet steeds beter wat er onderweg kan gebeuren, wat er mis kan gaan. ‘Zo’n kort deel is zeer delicaat, ik ben beter voorbereid dan ooit. Het is voor mij op dit punt in mijn leven makkelijker om lange avonden te maken dan miniaturen te zingen.’
Kleurrijk schilderij
Weet Karg, die Mahlers Vierde symfonie talloze malen heeft gezongen, hoe de uitvoering met het Concertgebouworkest zal gaan? ‘Nooit, ieder concert is anders. Ik weet ook nog niet waar ik straks sta. Het is heerlijk om voor dit deel naast de harp te staan of bij de cellogroep, ik ben benieuwd wat Andris voor ogen heeft. Liefst ben ik het hele voorgaande deel al op het podium, ik heb tijd nodig om me te verbinden met wat er gebeurt, om richting dat ene concentratiemoment te gaan waarop ik opsta en zing.’
‘Dit Mahler-deel heeft iets kinderlijks, maar het is laag genoteerd. Zoals zo vaak bij Mahler: hij balanceert tussen uitersten. De Vierde is grappig en tragisch tegelijkertijd. Er zit humor in en ook een enorme diepte. Dit is geen aria, het is een lied, het is een verhaal. Voor mij staan de woorden voorop, daar moet je je als vocalist heel goed in inleven. Ik ben in Das himmlische Leben een verhalenverteller. Deze hemel wil ik zo kleurrijk mogelijk beschrijven, stel je een kleurrijk schilderij voor.’
‘Het Concertgebouworkest heeft een uniek warm geluid, ik voel de generositeit van de musici als ik met hen zing. En ze hebben natuurlijk een fantastische Mahlertraditie.’ Hoort daar een specifieke klank bij voor Karg? ‘Naturel. Gustav Mahler was een natuurmens, de Mahlerklank is voor mij persoonlijk, direct, eenvoudig en genereus.’
Lees ook het essay over hemelse muziek.
wo 17, vr 19 & zo 21 december | Grote Zaal
Koninklijk Concertgebouworkest
Andris Nelsons dirigent
Håkan Hardenberger trompet
Christiane Karg sopraan
Bestel hier kaarten
Bekijk het concertprogramma
Beluister ook onze playlist met muziek horend bij dit artikel:
Kleurrijk schilderij
Weet Karg, die Mahlers Vierde symfonie talloze malen heeft gezongen, hoe de uitvoering met het Concertgebouworkest zal gaan? ‘Nooit, ieder concert is anders. Ik weet ook nog niet waar ik straks sta. Het is heerlijk om voor dit deel naast de harp te staan of bij de cellogroep, ik ben benieuwd wat Andris voor ogen heeft. Liefst ben ik het hele voorgaande deel al op het podium, ik heb tijd nodig om me te verbinden met wat er gebeurt, om richting dat ene concentratiemoment te gaan waarop ik opsta en zing.’
‘Dit Mahler-deel heeft iets kinderlijks, maar het is laag genoteerd. Zoals zo vaak bij Mahler: hij balanceert tussen uitersten. De Vierde is grappig en tragisch tegelijkertijd. Er zit humor in en ook een enorme diepte. Dit is geen aria, het is een lied, het is een verhaal. Voor mij staan de woorden voorop, daar moet je je als vocalist heel goed in inleven. Ik ben in Das himmlische Leben een verhalenverteller. Deze hemel wil ik zo kleurrijk mogelijk beschrijven, stel je een kleurrijk schilderij voor.’
‘Het Concertgebouworkest heeft een uniek warm geluid, ik voel de generositeit van de musici als ik met hen zing. En ze hebben natuurlijk een fantastische Mahlertraditie.’ Hoort daar een specifieke klank bij voor Karg? ‘Naturel. Gustav Mahler was een natuurmens, de Mahlerklank is voor mij persoonlijk, direct, eenvoudig en genereus.’
Lees ook het essay over hemelse muziek.
wo 17, vr 19 & zo 21 december | Grote Zaal
Koninklijk Concertgebouworkest
Andris Nelsons dirigent
Håkan Hardenberger trompet
Christiane Karg sopraan
Bestel hier kaarten
Bekijk het concertprogramma
Beluister ook onze playlist met muziek horend bij dit artikel: