Nog geen account of wachtwoord vergeten? Klik hier
historie

100 jaar Concertgebouworkest op de radio

door Paul Janssen
22 feb. 2024 22 februari 2024

Op 30 maart 1924 zond de Nederlandsche Seintoestellen Fabriek voor het eerst een abonnementsconcert uit van het destijds nog niet koninklijke Concertgebouworkest. Het was het begin van een lange en vruchtbare samenwerking tussen het orkest en wat tegenwoordig AVROTROS is.

  • Oude advertentie uit 1925

    Oude advertentie uit 1925

  • Oude advertentie uit 1925

    Oude advertentie uit 1925

Voor de duidelijkheid eerst maar even wat omroephistorie. De Nederlandsche Seintoestellen Fabriek (NSF), tot 1960 de grootste radio- en zenderfabriek van Nederland, verzorgde op 21 juli 1923 de eerste reguliere radio-uitzending vanuit Hilversum. Op 30 maart 1924 waagde de NSF zich via een telefoonverbinding aan het uitzenden van een concert van het Concertgebouworkest. Het orkest speelde onder leiding van gastdirigent Karl Muck onder andere de Symfonie nr. 103 van Joseph Haydn en Eine Faust-Symfonie van Franz Liszt.

De zelfs in de krant aangekondigde uitzending werd een succes en al snel klopte de Hilversumsche Draadlooze Omroep, die in 1924 ontstond uit de eerste radiopogingen van de NSF, ook bij het orkest aan. Nadat deze omroep in 1927 was overgegaan in de Stichting Algemeene Nederlandsche Radio Omroep, in 1928 herdoopt tot de Algemeene Vereeniging ‘Radio Omroep’ (AVRO), groeide er een vaste band tussen deze zendgemachtigde en het Concertgebouworkest. De eerste uitzending van de NSF in maart 1924 is het ijkpunt voor de honderdjarige relatie tussen orkest en omroep.
Ook daar hoort nog een kanttekening bij. Het Concertgebouworkest was in eerste instantie onderdeel van de NV Het Concertgebouw. Tot 1 september 1951, het moment waarop orkest en concertzaal zich splitsten, deed de AVRO formeel dus zaken met Het Concertgebouw.

AVRO-concerten

Voortaan zond de AVRO de reguliere abonnementsconcerten van het Concertgebouworkest geregeld uit via de radio, maar daar bovenop werden er ook vele bijzondere concerten samen georganiseerd. Zo bestond er vanaf seizoen 1937/1938 een serie speciale AVRO-concerten: tien studioconcerten op de maandagavond waarvoor de omroep het orkest in eerste instantie 10.000 gulden betaalde. Een bedrag dat chef-dirigent Willem Mengelberg van ‘te geringe betekenis’ vond, waarna een stevige briefwisseling volgde over het gewenste honorarium.

AVROTROS groeide uit tot het radio- en tv-geheugen van het Concertgebouworkest

Ook zond de omroep op 3 januari 1937 het concert uit van het Concertgebouworkest ter gelegenheid van het huwelijk van prinses Juliana en prins Bernhard met de Feestode van Henk Badings op tekst van J.W.F. Werumeus Buning. Omgekeerd was het Concertgebouworkest niet te beroerd om met dirigent Eduard van Beinum op te draven op het feestconcert voor het 25-jarig bestaan van de AVRO.

Passietraditie

Na de cesuur van de Tweede Wereldoorlog, waarin de nazi’s op 12 maart 1941 alle toen bestaande omroepen ophieven en onderbrachten in de Nederlandsche Omroep, deed het Concertgebouworkest vooral zaken met de Nederlandse Radio Unie, die de honneurs voor de verschillende omroepen waarnam. Zo verdeelden in de jaren vijftig de AVRO, KRO, NCRV en VARA gebroederlijk de uitzending van jaarlijks zo’n veertig concerten van het Concertgebouworkest.

Vaste traditie was hierbij de uitzending van Johann Sebastian Bachs Matthäus-Passion op Palmzondag, een concert dat al sinds de late jaren twintig door de AVRO werd uitgezonden. Die traditie was zo sterk dat er paniek ontstond toen Nikolaus Harnoncourt er in 1975 op stond om, nota bene bij zijn debuut bij het Concertgebouworkest, de Johannes-­Passion te dirigeren. De dirigent had daar goede redenen voor. Hij was door het orkest benaderd om meer aandacht te besteden aan de historische uitvoeringspraktijk. De Matthäus-Passion was volgens de dirigent bij het orkest zo verweven met de ‘romantische’ Mengelberg-traditie dat hij met een schone lei wilde beginnen. De AVRO was nog niet zo ver en zond dat jaar een oudere opname van de Matthäus-Passion onder leiding van Eugen Jochum uit. Toen duidelijk werd dat Harnoncourt voor langere tijd beide Passionen om en om zou dirigeren, ging de AVRO overstag en klonk na die ene beruchte weigering voortaan op Palmzondag ook gewoon de Johannes-­Passion.

Voor de duidelijkheid eerst maar even wat omroephistorie. De Nederlandsche Seintoestellen Fabriek (NSF), tot 1960 de grootste radio- en zenderfabriek van Nederland, verzorgde op 21 juli 1923 de eerste reguliere radio-uitzending vanuit Hilversum. Op 30 maart 1924 waagde de NSF zich via een telefoonverbinding aan het uitzenden van een concert van het Concertgebouworkest. Het orkest speelde onder leiding van gastdirigent Karl Muck onder andere de Symfonie nr. 103 van Joseph Haydn en Eine Faust-Symfonie van Franz Liszt.

De zelfs in de krant aangekondigde uitzending werd een succes en al snel klopte de Hilversumsche Draadlooze Omroep, die in 1924 ontstond uit de eerste radiopogingen van de NSF, ook bij het orkest aan. Nadat deze omroep in 1927 was overgegaan in de Stichting Algemeene Nederlandsche Radio Omroep, in 1928 herdoopt tot de Algemeene Vereeniging ‘Radio Omroep’ (AVRO), groeide er een vaste band tussen deze zendgemachtigde en het Concertgebouworkest. De eerste uitzending van de NSF in maart 1924 is het ijkpunt voor de honderdjarige relatie tussen orkest en omroep.
Ook daar hoort nog een kanttekening bij. Het Concertgebouworkest was in eerste instantie onderdeel van de NV Het Concertgebouw. Tot 1 september 1951, het moment waarop orkest en concertzaal zich splitsten, deed de AVRO formeel dus zaken met Het Concertgebouw.

AVRO-concerten

Voortaan zond de AVRO de reguliere abonnementsconcerten van het Concertgebouworkest geregeld uit via de radio, maar daar bovenop werden er ook vele bijzondere concerten samen georganiseerd. Zo bestond er vanaf seizoen 1937/1938 een serie speciale AVRO-concerten: tien studioconcerten op de maandagavond waarvoor de omroep het orkest in eerste instantie 10.000 gulden betaalde. Een bedrag dat chef-dirigent Willem Mengelberg van ‘te geringe betekenis’ vond, waarna een stevige briefwisseling volgde over het gewenste honorarium.

AVROTROS groeide uit tot het radio- en tv-geheugen van het Concertgebouworkest

Ook zond de omroep op 3 januari 1937 het concert uit van het Concertgebouworkest ter gelegenheid van het huwelijk van prinses Juliana en prins Bernhard met de Feestode van Henk Badings op tekst van J.W.F. Werumeus Buning. Omgekeerd was het Concertgebouworkest niet te beroerd om met dirigent Eduard van Beinum op te draven op het feestconcert voor het 25-jarig bestaan van de AVRO.

Passietraditie

Na de cesuur van de Tweede Wereldoorlog, waarin de nazi’s op 12 maart 1941 alle toen bestaande omroepen ophieven en onderbrachten in de Nederlandsche Omroep, deed het Concertgebouworkest vooral zaken met de Nederlandse Radio Unie, die de honneurs voor de verschillende omroepen waarnam. Zo verdeelden in de jaren vijftig de AVRO, KRO, NCRV en VARA gebroederlijk de uitzending van jaarlijks zo’n veertig concerten van het Concertgebouworkest.

Vaste traditie was hierbij de uitzending van Johann Sebastian Bachs Matthäus-Passion op Palmzondag, een concert dat al sinds de late jaren twintig door de AVRO werd uitgezonden. Die traditie was zo sterk dat er paniek ontstond toen Nikolaus Harnoncourt er in 1975 op stond om, nota bene bij zijn debuut bij het Concertgebouworkest, de Johannes-­Passion te dirigeren. De dirigent had daar goede redenen voor. Hij was door het orkest benaderd om meer aandacht te besteden aan de historische uitvoeringspraktijk. De Matthäus-Passion was volgens de dirigent bij het orkest zo verweven met de ‘romantische’ Mengelberg-traditie dat hij met een schone lei wilde beginnen. De AVRO was nog niet zo ver en zond dat jaar een oudere opname van de Matthäus-Passion onder leiding van Eugen Jochum uit. Toen duidelijk werd dat Harnoncourt voor langere tijd beide Passionen om en om zou dirigeren, ging de AVRO overstag en klonk na die ene beruchte weigering voortaan op Palmzondag ook gewoon de Johannes-­Passion.

  • Live radio in Het Concertgebouw

    Foto: AVROTROS

    Live radio in Het Concertgebouw

    Foto: AVROTROS

  • Radio-opname in Het Concertgebouw

    Foto: AVROTROS

    Radio-opname in Het Concertgebouw

    Foto: AVROTROS

  • Live radio in Het Concertgebouw

    Foto: AVROTROS

    Live radio in Het Concertgebouw

    Foto: AVROTROS

  • Radio-opname in Het Concertgebouw

    Foto: AVROTROS

    Radio-opname in Het Concertgebouw

    Foto: AVROTROS

Radio- en tv-geheugen

Hoewel ook de TROS, de omroep die in 1964 ontstond, zich mondjesmaat mengde in de uitzendrechten, bleek de AVRO uiteindelijk de beste vriend van het orkest. Zo verwierf de omroep in 1990 het recht om als eerste een keus te maken uit de uit te zenden concerten van het inmiddels Koninklijk Concertgebouworkest. Een relatie die zover is uitgegroeid dat de AVRO, sinds 2014 gefuseerd tot AVROTROS, alle concerten van het orkest opneemt voor eventuele uitzending. ‘Een liefdevol verstandshuwelijk’, noemde wijlen Willem Vos, eindredacteur klassieke muziek van de AVRO, het ooit.

De huidige AVROTROS is zo een waardevolle vaste partner die niet alleen op radio en tv zorgt voor uitzending van reguliere concerten en bijzondere momenten zoals de Opening Night, maar die ook is uitgegroeid tot een chroniqueur, tot het radio- en tv-geheugen van het orkest. En dat is een rol die nimmer onderschat mag worden. Zo had de Anthology of the Royal Concertgebouw Orchestra, de veelgeprezen cd-serie op het eigen label RCO Live, nooit kunnen bestaan als AVRO­TROS en zijn voorlopers sinds die ene heugelijke dag in 1924 niet de duurzame waarde hadden ingezien van het delen via de radio van de symfonische schoonheid van het boegbeeld van de Nederlandse orkestcultuur.

Dit artikel verscheen eerder ook in ­AVROTROS Klassiek presenteert!, ledenmagazine van ­AVROTROS.

Radio- en tv-geheugen

Hoewel ook de TROS, de omroep die in 1964 ontstond, zich mondjesmaat mengde in de uitzendrechten, bleek de AVRO uiteindelijk de beste vriend van het orkest. Zo verwierf de omroep in 1990 het recht om als eerste een keus te maken uit de uit te zenden concerten van het inmiddels Koninklijk Concertgebouworkest. Een relatie die zover is uitgegroeid dat de AVRO, sinds 2014 gefuseerd tot AVROTROS, alle concerten van het orkest opneemt voor eventuele uitzending. ‘Een liefdevol verstandshuwelijk’, noemde wijlen Willem Vos, eindredacteur klassieke muziek van de AVRO, het ooit.

De huidige AVROTROS is zo een waardevolle vaste partner die niet alleen op radio en tv zorgt voor uitzending van reguliere concerten en bijzondere momenten zoals de Opening Night, maar die ook is uitgegroeid tot een chroniqueur, tot het radio- en tv-geheugen van het orkest. En dat is een rol die nimmer onderschat mag worden. Zo had de Anthology of the Royal Concertgebouw Orchestra, de veelgeprezen cd-serie op het eigen label RCO Live, nooit kunnen bestaan als AVRO­TROS en zijn voorlopers sinds die ene heugelijke dag in 1924 niet de duurzame waarde hadden ingezien van het delen via de radio van de symfonische schoonheid van het boegbeeld van de Nederlandse orkestcultuur.

Dit artikel verscheen eerder ook in ­AVROTROS Klassiek presenteert!, ledenmagazine van ­AVROTROS.

Dit artikel wordt u gratis aangeboden door Preludium. Meer lezen? Abonneer dan nu.