Pianiste Hélène Grimaud: ‘De muziek van Brahms is essentieel voor mijn bestaan’
door Myrthe van Dijk 17 mei 2025 17 mei 2025
Hélène Grimaud is terug in Het Concertgebouw. Samen met Camerata Salzburg speelt ze Brahms’ Eerste pianoconcert, zónder dirigent. De pianiste over Brahms – en de andere liefdes in haar leven. ‘Mijn contact met natuur en dieren voedt mijn inspiratie voor muziek.’
‘De muziek van Brahms is essentieel voor mijn bestaan, al sinds mijn kinderjaren. Een leven zonder zijn muziek kan ik mij niet voorstellen.’ Grimaud herinnert zich nog heel goed haar eerste kennismaking met zijn twee pianoconcerten, via een langspeelplaat met een uitvoering door Claudio Arrau en het Philharmonia Orchestra met Carlo Maria Giulini als dirigent: ‘Toen ik die plaat beluisterde besefte ik meteen dat mijn leven was veranderd: ik wist dat deze muziek voortaan onontbeerlijk voor me zou zijn.’
Het Eerste pianoconcert was het eerste orkestrale werk van een jonge, nog zoekende componist. Brahms was twintig toen hij begon aan een sonate voor twee piano’s. Daarna werkte hij aan een orkestratie daarvan, met een vierdelige symfonie in zijn achterhoofd, maar dat voornemen liet hij weer los. Alleen het eerste deel hield toen nog stand, en werd ten slotte met twee nieuw geschreven delen getransformeerd tot het Eerste pianoconcert. Deze periode tussen 1854 en 1858 viel samen met het ontstaan van een diepe vriendschap tussen Johannes Brahms en Robert en Clara Schumann, die allebei het talent van de jonge componist herkenden en hem adviseerden en aanmoedigden. In diezelfde tijd maakte Brahms van dichtbij mee hoe Robert Schumann een ernstige mentale crisis doormaakte en uiteindelijk stierf in 1856.
‘In dit stuk klinkt primaire, rauwe emotie’
Voor Grimaud staat het buiten kijf dat deze geschiedenis zijn sporen naliet in Brahms’ Eerste pianoconcert: ‘Voor mij is juist dit concert heel speciaal, want het weerspiegelt zijn persoonlijke wereld, véél meer dan zijn Tweede pianoconcert. Meestal bewaart Brahms meer afstand in zijn muziek: in andere stukken klinkt niet die primaire, rauwe emotie van het Eerste pianoconcert. De mislukte zelfmoordpoging van Robert Schumann en zijn dood twee jaar later hadden hem diep geraakt, de muziek kwam daardoor direct uit het hart.’ Grimaud beschrijft de emotionele ontwikkeling die ze hoort in het werk: ‘Het eerste deel klinkt voor mij als een requiem en het tweede als een gebed, dat berusting oproept. Voor mij is dat de meest spirituele muziek ooit geschreven. En dan komt dat unieke derde deel met een vitaliteit die als het ware de aarde doet openbarsten, zoals in Stravinsky’s Le sacre du printemps. In dat deel vindt een sublieme wedergeboorte plaats.’ Hervonden levensvreugde? ‘Jazeker: de overwinning van de wil, waarmee tragiek die onoverkomelijk leek wordt overwonnen.’
Verlies en eeuwige liefde
Op de vraag of Grimaud iets van zichzelf herkent in de muziek en de persoonlijkheid van Brahms houdt ze zich op de vlakte. ‘Ik vind het te pretentieus om te stellen dat mijn eigen soul searching lijkt op zijn persoonlijke zoektocht. Ik heb wel affiniteit met de terugkerende thema’s bij Brahms: verlies en eeuwige liefde. Ik voel bij hem ook het geloof in de verbindende kracht van de natuur, maar dat is natuurlijk een belangrijk gegeven uit de Duitse Romantiek: dat we eigenlijk niets zelf bedenken maar herontdekken wat er altijd al op deze planeet is geweest, en dat alles in het leven met elkaar verbonden is. Disciplines als kunst, filosofie en wetenschap wortelen allemaal in dezelfde intuïtie over de wereld. Dat aspect van het romantische, universalistische gedachtengoed spreekt mij aan.’
Verklaart dat ook waarom ze vaak klassiek-romantisch repertoire speelt? ‘In de veertig jaar dat ik dit vak uitoefen heb ik een aardig breed spectrum aan repertoire gespeeld, maar inderdaad, ik verdiep mij graag in de Duitse Romantiek, of eigenlijk: de romantische muziektaal.’
‘Mijn liefde voor wolven is een deel van mijn leven, het hoort bij mij’
Grimauds levensverhaal weerspiegelt de filosofie die haar inspireert. Al in haar jeugd in Aix-en-Provence vond ze dingen op haar pad die haar verbonden met het grotere geheel: ontzag voor de natuur, en een diepe interesse voor literatuur. ‘Ik had als kind heel erg veel energie, voor mij was het normaal om veel te willen doen in 24 uur, en soms wist ik mij daar geen raad mee. Literatuur was voor mij meteen al heel belangrijk. Ik leefde vooral in mijn hoofd en was tamelijk eenzaam, ik vond weinig aansluiting met andere kinderen, dus boeken waren mijn eerste vrienden, mijn wereld.’
Muziek was aanvankelijk niet aanwezig in huis, er was geen piano, haar ouders waren geen musici, maar wel zochten zij steeds allerlei activiteiten voor hun dochter. En zodra ze haar in aanraking brachten met klassieke muziek sloeg dat direct aan. ‘Muziek is een taal waarmee je meer kunt vertellen dan met woorden, het biedt zoveel nuances in het spectrum van de menselijke emoties. In die zin is muziek superieur aan literatuur.’ Grimaud had haar levenspad gevonden. Ze was negen toen ze begon met haar pianostudie, dertien toen ze naar het conservatorium ging en zestien toen ze afstudeerde in Parijs. Vanaf haar achttiende maakte ze furore op internationale podia.
‘De muziek van Brahms is essentieel voor mijn bestaan, al sinds mijn kinderjaren. Een leven zonder zijn muziek kan ik mij niet voorstellen.’ Grimaud herinnert zich nog heel goed haar eerste kennismaking met zijn twee pianoconcerten, via een langspeelplaat met een uitvoering door Claudio Arrau en het Philharmonia Orchestra met Carlo Maria Giulini als dirigent: ‘Toen ik die plaat beluisterde besefte ik meteen dat mijn leven was veranderd: ik wist dat deze muziek voortaan onontbeerlijk voor me zou zijn.’
Het Eerste pianoconcert was het eerste orkestrale werk van een jonge, nog zoekende componist. Brahms was twintig toen hij begon aan een sonate voor twee piano’s. Daarna werkte hij aan een orkestratie daarvan, met een vierdelige symfonie in zijn achterhoofd, maar dat voornemen liet hij weer los. Alleen het eerste deel hield toen nog stand, en werd ten slotte met twee nieuw geschreven delen getransformeerd tot het Eerste pianoconcert. Deze periode tussen 1854 en 1858 viel samen met het ontstaan van een diepe vriendschap tussen Johannes Brahms en Robert en Clara Schumann, die allebei het talent van de jonge componist herkenden en hem adviseerden en aanmoedigden. In diezelfde tijd maakte Brahms van dichtbij mee hoe Robert Schumann een ernstige mentale crisis doormaakte en uiteindelijk stierf in 1856.
‘In dit stuk klinkt primaire, rauwe emotie’
Voor Grimaud staat het buiten kijf dat deze geschiedenis zijn sporen naliet in Brahms’ Eerste pianoconcert: ‘Voor mij is juist dit concert heel speciaal, want het weerspiegelt zijn persoonlijke wereld, véél meer dan zijn Tweede pianoconcert. Meestal bewaart Brahms meer afstand in zijn muziek: in andere stukken klinkt niet die primaire, rauwe emotie van het Eerste pianoconcert. De mislukte zelfmoordpoging van Robert Schumann en zijn dood twee jaar later hadden hem diep geraakt, de muziek kwam daardoor direct uit het hart.’ Grimaud beschrijft de emotionele ontwikkeling die ze hoort in het werk: ‘Het eerste deel klinkt voor mij als een requiem en het tweede als een gebed, dat berusting oproept. Voor mij is dat de meest spirituele muziek ooit geschreven. En dan komt dat unieke derde deel met een vitaliteit die als het ware de aarde doet openbarsten, zoals in Stravinsky’s Le sacre du printemps. In dat deel vindt een sublieme wedergeboorte plaats.’ Hervonden levensvreugde? ‘Jazeker: de overwinning van de wil, waarmee tragiek die onoverkomelijk leek wordt overwonnen.’
Verlies en eeuwige liefde
Op de vraag of Grimaud iets van zichzelf herkent in de muziek en de persoonlijkheid van Brahms houdt ze zich op de vlakte. ‘Ik vind het te pretentieus om te stellen dat mijn eigen soul searching lijkt op zijn persoonlijke zoektocht. Ik heb wel affiniteit met de terugkerende thema’s bij Brahms: verlies en eeuwige liefde. Ik voel bij hem ook het geloof in de verbindende kracht van de natuur, maar dat is natuurlijk een belangrijk gegeven uit de Duitse Romantiek: dat we eigenlijk niets zelf bedenken maar herontdekken wat er altijd al op deze planeet is geweest, en dat alles in het leven met elkaar verbonden is. Disciplines als kunst, filosofie en wetenschap wortelen allemaal in dezelfde intuïtie over de wereld. Dat aspect van het romantische, universalistische gedachtengoed spreekt mij aan.’
Verklaart dat ook waarom ze vaak klassiek-romantisch repertoire speelt? ‘In de veertig jaar dat ik dit vak uitoefen heb ik een aardig breed spectrum aan repertoire gespeeld, maar inderdaad, ik verdiep mij graag in de Duitse Romantiek, of eigenlijk: de romantische muziektaal.’
‘Mijn liefde voor wolven is een deel van mijn leven, het hoort bij mij’
Grimauds levensverhaal weerspiegelt de filosofie die haar inspireert. Al in haar jeugd in Aix-en-Provence vond ze dingen op haar pad die haar verbonden met het grotere geheel: ontzag voor de natuur, en een diepe interesse voor literatuur. ‘Ik had als kind heel erg veel energie, voor mij was het normaal om veel te willen doen in 24 uur, en soms wist ik mij daar geen raad mee. Literatuur was voor mij meteen al heel belangrijk. Ik leefde vooral in mijn hoofd en was tamelijk eenzaam, ik vond weinig aansluiting met andere kinderen, dus boeken waren mijn eerste vrienden, mijn wereld.’
Muziek was aanvankelijk niet aanwezig in huis, er was geen piano, haar ouders waren geen musici, maar wel zochten zij steeds allerlei activiteiten voor hun dochter. En zodra ze haar in aanraking brachten met klassieke muziek sloeg dat direct aan. ‘Muziek is een taal waarmee je meer kunt vertellen dan met woorden, het biedt zoveel nuances in het spectrum van de menselijke emoties. In die zin is muziek superieur aan literatuur.’ Grimaud had haar levenspad gevonden. Ze was negen toen ze begon met haar pianostudie, dertien toen ze naar het conservatorium ging en zestien toen ze afstudeerde in Parijs. Vanaf haar achttiende maakte ze furore op internationale podia.
Toewijding en teamwork
Toch bleef ze ook haar andere liefdes, natuur en literatuur, koesteren. In de jaren 1990 richtte ze een reservaat voor wolven op in New York State, nadat een wolf haar pad toevallig had gekruist in Florida, wederom een levensveranderend moment. In 2003 schreef ze haar eerste boek (Wildernis sonate), over de verstrengeling van haar missie voor de bescherming van de wolvensoort en haar passie voor muziek. Meer boeken met een filosofische blik op haar eigen leven zouden volgen.
‘Het zijn geen los van elkaar staande activiteiten, ik uit mijn gevoelens in muziek én woorden. En mijn contact met natuur en dieren voedt mijn inspiratie voor muziek. De concentratie die nodig is om een stuk in te studeren vraagt honderd procent van je bewustzijn in het moment, en dat is hetzelfde bij de interactie met dieren. Dieren zijn daar zelfs van nature beter in dan mensen, daar kun je als musicus van leren. Mijn liefde voor wolven is een deel van mijn leven, het hoort bij mij.’
Voor de totstandbrenging van het Wolf Conservation Centre moest ze indertijd veel organiseren en samenwerken, en ook in dat opzicht ziet ze weinig verschil met musiceren: ‘Het samenspelen met een orkest vraagt een zelfde soort teamwork, en een vergelijkbare inzet en toewijding.’ Ze werkte al vaker met Camerata Salzburg, het orkest waarmee ze Brahms’ Eerste pianoconcert gaat uitvoeren, zónder dirigent. ‘De eerste keer dat ik met hen werkte was meer dan tien jaar geleden, toen met een dirigent, en de klik met het orkest was onmiddellijk zo sterk dat we meer samen wilden doen.’
‘Na de pandemie pakten we de draad heel makkelijk op, alsof er nooit een onderbreking was geweest’
In 2020 namen ze een cd op met werken van Mozart en van de Oekraïense componist Valentin Silvestrov, nadat een geplande concerttournee door de covidpandemie niet door kon gaan. ‘Het werken aan die opname voelde net zo intens en levendig als de ervaring tijdens een concert, met diezelfde sprankeling en bevlogenheid. En na de pandemie pakten we de draad heel gemakkelijk weer op, alsof er nooit een onderbreking was geweest. Dat zegt iets over de band die je samen hebt, die bijzondere affiniteit met elkaar. Die was er vanaf het begin, en dat is echt niet vanzelfsprekend: ik voelde meteen ultieme muzikale vrijheid.’ Dat is volgens haar ook te danken aan concertmeester Giovanni Guzzo: ‘Hij is een briljante musicus, en hij is degene die het orkest leidt als we zonder dirigent spelen, niet ik. We reageren op elkaar als in kamermuziek: in het moment, intuïtief, met wederzijdse openheid, die chemie is er gewoon, zelfs zonder oogcontact.’
Wisselwerking
Grimaud voerde het Eerste pianoconcert van Brahms al vele malen in haar loopbaan uit, maar tot nu toe altijd mét een dirigent. ‘Zo’n stuk groeit met je mee in de loop der jaren. Deze partituur is heilig voor mij, daarom keer ik er telkens naar terug om weer een diepere expressie vinden. En dat doe ik niet alleen, dat gebeurt in wisselwerking met mijn partners op het podium. Als je solo speelt sta je in contact met een ander denkniveau in jezelf, waaruit je ideeën put. Maar als je een pianoconcert speelt, of kamermuziek, dan is de uitwisseling met de ánder leidend.’ Dat bracht haar ook persoonlijke ontwikkeling: ‘Ik kreeg interesse voor de mensen om mij heen, ik ben nu altijd nieuwsgierig naar hun verhalen en levens. Dat was niet zo toen ik jong was.’
In de uitvoering met Camerata Salzburg zal het pianoconcert weer anders klinken dan met een dirigent, verwacht zij: ‘Het wordt een nieuwe ervaring voor mij. Eerder speelden we al pianoconcerten van Beethoven en Schumann samen, zoals ik dat graag wil, als grootschalige kamermuziek. Ik ben nu heel benieuwd hoe dat gaat uitpakken met een massiever pianoconcert als deze Brahms. Ook dat moet mogelijk zijn vanuit een gezamenlijk gevoel van vrijheid in expressie. Daarvoor moet je actief naar elkaar luisteren, en dat is precies wat er gebeurt in deze groep: iedereen is zich extreem bewust van wat er zowel individueel als collectief gebeurt, daardoor gaat het leven.’
De pianiste verheugt zich dus op haar komst naar Het Concertgebouw, óók vanwege haar liefde voor de zaal: ‘Een plek met zo’n mooie akoestiek voelt als een partner waarmee je samenwerkt. Het is de klank die emoties overbrengt, en doordat de klank in de Grote Zaal rijk, warm en stralend is, en de resonantie mooi in balans, niet te metalig, niet te dof, geeft dat een extra dimensie aan je interpretatie. Dan voel ik mij als een vis in het water, met al die mogelijkheden voor kleuring: alsof de zaal zelf een instrument is.’
Meer dan muziek
Naast haar muzikale carrière heeft Hélène Grimaud haar naam gevestigd als natuurbeschermer, mensenrechtenactivist en schrijver. Haar maatschappelijke betrokkenheid toont ze met haar lidmaatschap van de organisatie Musicians for Human Rights. In South Salem, in de staat New York, vestigde ze in 1999 het Wolf Conservation Center, dat deel uitmaakt van het federale programma Species Survival Plan voor het herstel van de Mexicaanse grijze wolf en de rode wolf, twee van de zeldzaamste zoogdieren in Noord-Amerika. Beide soorten waren volledig uitgestorven in het wild.
Haar liefde voor bedreigde diersoorten werd aangewakkerd door een toevallige ontmoeting met een wolf in het noorden van Florida: ‘Er zijn maar weinig dingen die meer voldoening geven dan betrokken te zijn bij gesprekken in het veld en te helpen om dieren terug te brengen naar waar ze thuishoren.’
Na haar schrijfdebuut Variations sauvages (met haar fascinatie voor wolven als belangrijkste thema) publiceerde Hélène Grimaud de twee semi-autobiografische novelles Leçons particulières (2005) en Retour à Salem (2013), en meest recent verscheen Renaître (2023). Door de Franse regering werd ze geridderd in de Ordre National de la Légion d’Honneur.
Hélène Grimaud piano
Camerata Salzburg
Giovani Guzzo concertmeester
Bestel hier kaarten
Bekijk het concertprogramma
Toewijding en teamwork
Toch bleef ze ook haar andere liefdes, natuur en literatuur, koesteren. In de jaren 1990 richtte ze een reservaat voor wolven op in New York State, nadat een wolf haar pad toevallig had gekruist in Florida, wederom een levensveranderend moment. In 2003 schreef ze haar eerste boek (Wildernis sonate), over de verstrengeling van haar missie voor de bescherming van de wolvensoort en haar passie voor muziek. Meer boeken met een filosofische blik op haar eigen leven zouden volgen.
‘Het zijn geen los van elkaar staande activiteiten, ik uit mijn gevoelens in muziek én woorden. En mijn contact met natuur en dieren voedt mijn inspiratie voor muziek. De concentratie die nodig is om een stuk in te studeren vraagt honderd procent van je bewustzijn in het moment, en dat is hetzelfde bij de interactie met dieren. Dieren zijn daar zelfs van nature beter in dan mensen, daar kun je als musicus van leren. Mijn liefde voor wolven is een deel van mijn leven, het hoort bij mij.’
Voor de totstandbrenging van het Wolf Conservation Centre moest ze indertijd veel organiseren en samenwerken, en ook in dat opzicht ziet ze weinig verschil met musiceren: ‘Het samenspelen met een orkest vraagt een zelfde soort teamwork, en een vergelijkbare inzet en toewijding.’ Ze werkte al vaker met Camerata Salzburg, het orkest waarmee ze Brahms’ Eerste pianoconcert gaat uitvoeren, zónder dirigent. ‘De eerste keer dat ik met hen werkte was meer dan tien jaar geleden, toen met een dirigent, en de klik met het orkest was onmiddellijk zo sterk dat we meer samen wilden doen.’
‘Na de pandemie pakten we de draad heel makkelijk op, alsof er nooit een onderbreking was geweest’
In 2020 namen ze een cd op met werken van Mozart en van de Oekraïense componist Valentin Silvestrov, nadat een geplande concerttournee door de covidpandemie niet door kon gaan. ‘Het werken aan die opname voelde net zo intens en levendig als de ervaring tijdens een concert, met diezelfde sprankeling en bevlogenheid. En na de pandemie pakten we de draad heel gemakkelijk weer op, alsof er nooit een onderbreking was geweest. Dat zegt iets over de band die je samen hebt, die bijzondere affiniteit met elkaar. Die was er vanaf het begin, en dat is echt niet vanzelfsprekend: ik voelde meteen ultieme muzikale vrijheid.’ Dat is volgens haar ook te danken aan concertmeester Giovanni Guzzo: ‘Hij is een briljante musicus, en hij is degene die het orkest leidt als we zonder dirigent spelen, niet ik. We reageren op elkaar als in kamermuziek: in het moment, intuïtief, met wederzijdse openheid, die chemie is er gewoon, zelfs zonder oogcontact.’
Wisselwerking
Grimaud voerde het Eerste pianoconcert van Brahms al vele malen in haar loopbaan uit, maar tot nu toe altijd mét een dirigent. ‘Zo’n stuk groeit met je mee in de loop der jaren. Deze partituur is heilig voor mij, daarom keer ik er telkens naar terug om weer een diepere expressie vinden. En dat doe ik niet alleen, dat gebeurt in wisselwerking met mijn partners op het podium. Als je solo speelt sta je in contact met een ander denkniveau in jezelf, waaruit je ideeën put. Maar als je een pianoconcert speelt, of kamermuziek, dan is de uitwisseling met de ánder leidend.’ Dat bracht haar ook persoonlijke ontwikkeling: ‘Ik kreeg interesse voor de mensen om mij heen, ik ben nu altijd nieuwsgierig naar hun verhalen en levens. Dat was niet zo toen ik jong was.’
In de uitvoering met Camerata Salzburg zal het pianoconcert weer anders klinken dan met een dirigent, verwacht zij: ‘Het wordt een nieuwe ervaring voor mij. Eerder speelden we al pianoconcerten van Beethoven en Schumann samen, zoals ik dat graag wil, als grootschalige kamermuziek. Ik ben nu heel benieuwd hoe dat gaat uitpakken met een massiever pianoconcert als deze Brahms. Ook dat moet mogelijk zijn vanuit een gezamenlijk gevoel van vrijheid in expressie. Daarvoor moet je actief naar elkaar luisteren, en dat is precies wat er gebeurt in deze groep: iedereen is zich extreem bewust van wat er zowel individueel als collectief gebeurt, daardoor gaat het leven.’
De pianiste verheugt zich dus op haar komst naar Het Concertgebouw, óók vanwege haar liefde voor de zaal: ‘Een plek met zo’n mooie akoestiek voelt als een partner waarmee je samenwerkt. Het is de klank die emoties overbrengt, en doordat de klank in de Grote Zaal rijk, warm en stralend is, en de resonantie mooi in balans, niet te metalig, niet te dof, geeft dat een extra dimensie aan je interpretatie. Dan voel ik mij als een vis in het water, met al die mogelijkheden voor kleuring: alsof de zaal zelf een instrument is.’
Meer dan muziek
Naast haar muzikale carrière heeft Hélène Grimaud haar naam gevestigd als natuurbeschermer, mensenrechtenactivist en schrijver. Haar maatschappelijke betrokkenheid toont ze met haar lidmaatschap van de organisatie Musicians for Human Rights. In South Salem, in de staat New York, vestigde ze in 1999 het Wolf Conservation Center, dat deel uitmaakt van het federale programma Species Survival Plan voor het herstel van de Mexicaanse grijze wolf en de rode wolf, twee van de zeldzaamste zoogdieren in Noord-Amerika. Beide soorten waren volledig uitgestorven in het wild.
Haar liefde voor bedreigde diersoorten werd aangewakkerd door een toevallige ontmoeting met een wolf in het noorden van Florida: ‘Er zijn maar weinig dingen die meer voldoening geven dan betrokken te zijn bij gesprekken in het veld en te helpen om dieren terug te brengen naar waar ze thuishoren.’
Na haar schrijfdebuut Variations sauvages (met haar fascinatie voor wolven als belangrijkste thema) publiceerde Hélène Grimaud de twee semi-autobiografische novelles Leçons particulières (2005) en Retour à Salem (2013), en meest recent verscheen Renaître (2023). Door de Franse regering werd ze geridderd in de Ordre National de la Légion d’Honneur.
Hélène Grimaud piano
Camerata Salzburg
Giovani Guzzo concertmeester
Bestel hier kaarten
Bekijk het concertprogramma