Nog geen account of wachtwoord vergeten? Klik hier
orkestlid

Miro Petkov: ‘Ik werd verliefd op de trompet door Tom & Jerry’

door Carine Alders
25 aug. 2020 25 augustus 2020

Concertgebouworkest-trompettist Miro Petkov vindt het een voordeel dat zijn ouders niet muzikaal zijn. ‘Ik ben opgegroeid als vrij musicus’.

Zoals iedereen probeert ook Miro Petkov zijn draai te vinden in de anderhalvemetermaatschappij. Na de eerste schok gaat het weer goed met de solotrompettist van het Concertgebouworkest, vertelt hij eind mei. ‘Ik probeer er het beste van te maken. Mijn agenda was volledig volgepland met concerten. Het is alsof je met een botsing ineens tot stilstand bent gekomen, van 100 km per uur naar niks in één klap.

Zoals iedereen probeert ook Miro Petkov zijn draai te vinden in de anderhalvemetermaatschappij. Na de eerste schok gaat het weer goed met de solotrompettist van het Concertgebouworkest, vertelt hij eind mei. ‘Ik probeer er het beste van te maken. Mijn agenda was volledig volgepland met concerten. Het is alsof je met een botsing ineens tot stilstand bent gekomen, van 100 km per uur naar niks in één klap.

  • Miro Petkov

    foto: Renske Vrolijk

    Miro Petkov

    foto: Renske Vrolijk

  • Miro Petkov

    foto: Renske Vrolijk

    Miro Petkov

    foto: Renske Vrolijk

  • Miro Petkov

    foto: Renske Vrolijk

    Miro Petkov

    foto: Renske Vrolijk

  • Miro Petkov

    foto: Renske Vrolijk

    Miro Petkov

    foto: Renske Vrolijk

Eigenlijk ben ik erg dankbaar voor deze onverwachte vrije tijd, ook in mijn hoofd. Het geeft mij de gelegenheid afstand te nemen en zaken in perspectief te zien. Het leven dat ik leidde ging supersnel. Je vliegt ’s ochtends vroeg, speelt ergens of geeft les, komt ’s nachts laat thuis en de volgende morgen vlieg je weer ergens anders heen. En dan daarna meteen met het orkest op tournee.

Ik ging nadenken over mijn prioriteiten. Hoe lang kan ik in dit tempo doorgaan, wat wil ik eigenlijk bereiken? Al die vragen gingen door mijn hoofd. In eerste instantie ben ik helemaal gestopt met spelen. Ik voelde me schuldig, ongemakkelijk dat ik niet productief was. Nu had ik eindelijk tijd voor dingen die ik altijd al wilde doen en kwam ik tot niets. Gelukkig kwam het vanzelf weer goed. Ik speel weer. Langzaamaan krijg ik weer plannen en ideeën, het orkest is weer begonnen, ik begin weer te repeteren met vrien… collega’s.’ De verspreking is kenmerkend voor Miro, hij voelt zich erg thuis in het orkest.

Niet hoeven voldoen aan verwachtingen

Terwijl hij naar een andere kamer loopt, mok thee in de hand, vraag ik Miro hoe de trompet in zijn leven gekomen is. ‘Mijn ouders zijn geen musici, niemand in mijn familie. Mijn vader rijdt op een betonwagen en mijn moeder zorgde voor drie kinderen, ik was de middelste.

Ik was altijd aan het zingen en op potten en pannen aan ’t slaan. Ik keek veel tekenfilms, zoals Tom en Jerry: de muziek vertelde het verhaal zonder woorden. Het geluid van het koper fascineerde me. Ik vroeg mijn moeder of ik les mocht krijgen op de muziekschool. Ik weet nog dat ik teleurgesteld was toen ik voor het eerst een trompet zag. Hij zag er heel anders uit dan ik gedacht had.’

‘Wij musici leven toch vaak in een bubbel’

Miro ziet zijn jeugd als een voordeel. ‘In een muzikaal gezin kan het moeilijk zijn om te voldoen aan verwachtingen, je wordt misschien in een bepaalde richting geduwd. Ik kon opgroeien als een vrij musicus. Nog steeds praat ik thuis nooit over muziek, dat is heel bevrijdend. Wij musici leven toch vaak in een bubbel. Dat heeft ook voordelen, je kunt tot heel vernieuwende gedachten komen en de buitenwereld vanuit een nieuw perspectief zien. Maar aan de andere kant kun je ook het contact verliezen met het ‘gewone’ leven. Ik blijf erg graag in contact met de wereld buiten de professionele muziek.’

Wortels in volksmuziek

‘Daarom houd ik ook zo van volksmuziek, dat zijn mijn wortels. In Bulgarije leeft die heel sterk. Bij elk dorpsfeest wordt muziek gespeeld, mensen dansen op het plein. Je kunt ook naar het conservatorium om doedelzak te studeren en doedelzakprofessor worden. Er is altijd muziek als je bij elkaar zit en samen eet. Ook in mijn familie is muziek luisteren en dansen heel belangrijk.’

In de regio waar Miro vandaan komt – rond Varna aan de Zwarte Zee – speelt de trompet echter nauwelijks een rol in de volksmuziek. ‘Ik ben echt verliefd geworden op de trompet vanwege Tom en Jerry.’ Al heel snel ging Miro naar een speciale school voor getalenteerde kinderen. ‘Daar leerde ik klassieke muziek kennen. Ik houd van veel verschillende stijlen, ook van Barok. Iedereen verzamelt een tas vol ervaringen, het is je muzikale bagage.

Eigenlijk ben ik erg dankbaar voor deze onverwachte vrije tijd, ook in mijn hoofd. Het geeft mij de gelegenheid afstand te nemen en zaken in perspectief te zien. Het leven dat ik leidde ging supersnel. Je vliegt ’s ochtends vroeg, speelt ergens of geeft les, komt ’s nachts laat thuis en de volgende morgen vlieg je weer ergens anders heen. En dan daarna meteen met het orkest op tournee.

Ik ging nadenken over mijn prioriteiten. Hoe lang kan ik in dit tempo doorgaan, wat wil ik eigenlijk bereiken? Al die vragen gingen door mijn hoofd. In eerste instantie ben ik helemaal gestopt met spelen. Ik voelde me schuldig, ongemakkelijk dat ik niet productief was. Nu had ik eindelijk tijd voor dingen die ik altijd al wilde doen en kwam ik tot niets. Gelukkig kwam het vanzelf weer goed. Ik speel weer. Langzaamaan krijg ik weer plannen en ideeën, het orkest is weer begonnen, ik begin weer te repeteren met vrien… collega’s.’ De verspreking is kenmerkend voor Miro, hij voelt zich erg thuis in het orkest.

Niet hoeven voldoen aan verwachtingen

Terwijl hij naar een andere kamer loopt, mok thee in de hand, vraag ik Miro hoe de trompet in zijn leven gekomen is. ‘Mijn ouders zijn geen musici, niemand in mijn familie. Mijn vader rijdt op een betonwagen en mijn moeder zorgde voor drie kinderen, ik was de middelste.

Ik was altijd aan het zingen en op potten en pannen aan ’t slaan. Ik keek veel tekenfilms, zoals Tom en Jerry: de muziek vertelde het verhaal zonder woorden. Het geluid van het koper fascineerde me. Ik vroeg mijn moeder of ik les mocht krijgen op de muziekschool. Ik weet nog dat ik teleurgesteld was toen ik voor het eerst een trompet zag. Hij zag er heel anders uit dan ik gedacht had.’

‘Wij musici leven toch vaak in een bubbel’

Miro ziet zijn jeugd als een voordeel. ‘In een muzikaal gezin kan het moeilijk zijn om te voldoen aan verwachtingen, je wordt misschien in een bepaalde richting geduwd. Ik kon opgroeien als een vrij musicus. Nog steeds praat ik thuis nooit over muziek, dat is heel bevrijdend. Wij musici leven toch vaak in een bubbel. Dat heeft ook voordelen, je kunt tot heel vernieuwende gedachten komen en de buitenwereld vanuit een nieuw perspectief zien. Maar aan de andere kant kun je ook het contact verliezen met het ‘gewone’ leven. Ik blijf erg graag in contact met de wereld buiten de professionele muziek.’

Wortels in volksmuziek

‘Daarom houd ik ook zo van volksmuziek, dat zijn mijn wortels. In Bulgarije leeft die heel sterk. Bij elk dorpsfeest wordt muziek gespeeld, mensen dansen op het plein. Je kunt ook naar het conservatorium om doedelzak te studeren en doedelzakprofessor worden. Er is altijd muziek als je bij elkaar zit en samen eet. Ook in mijn familie is muziek luisteren en dansen heel belangrijk.’

In de regio waar Miro vandaan komt – rond Varna aan de Zwarte Zee – speelt de trompet echter nauwelijks een rol in de volksmuziek. ‘Ik ben echt verliefd geworden op de trompet vanwege Tom en Jerry.’ Al heel snel ging Miro naar een speciale school voor getalenteerde kinderen. ‘Daar leerde ik klassieke muziek kennen. Ik houd van veel verschillende stijlen, ook van Barok. Iedereen verzamelt een tas vol ervaringen, het is je muzikale bagage.

In Duitsland, waar ik acht jaar studeerde en werkte, leerde ik verschillende culturen kennen, hoe je een open oog en oor ontwikkelt, hoe je omgaat met cultuurverschillen en toch jezelf blijft, hoe je het leven aanpakt… al die dingen. Ik raakte geïnteresseerd in jazz, leerde verschillende spelers en speelstijlen kennen. Deze muzikale bagage inspireert mij bij het spelen in het orkest. Van Mahler tot Ravel, alle klassieke muziek is beïnvloed door heel veel verschillende stijlen. In het orkest krijg je de kans om alles wat je speelt te verbinden met alles wat je weet en kent.’

Eerst het verhaal kennen, dan uitvoeren

Deze maand soleert Petkov in het ­Concert voor piano, trompet en orkest van Dmitri Sjostakovitsj. Een uitgelezen kans om al deze stijlen aan te spreken. Miro lacht: ‘Ja dat stel ik me ook voor.’ Hij heeft het nog niet aan de praktijk kunnen toetsen. ‘Aan het begin van de pandemie zou ik dit concert in Bulgarije spelen met pianist ­Plamena Mangova en de Moscow Soloists onder leiding van Yuri Bashmet.

Het zou een mooie ervaring geweest zijn in voorbereiding op de uitvoering in de beste setting die je je voor kunt stellen: het Concertgebouworkest als toporkest, Kirill Gerstein als solist, Semyon Bych­kov als dirigent, onze prachtige zaal…’ Hij heeft zijn voorbereiding op het concert in Amsterdam dus wat aan moeten passen.

‘Ik luister eerst vaak naar de muziek. Ik wil de muziek in mijn onderbewustzijn hebben, voordat ik de partituur opensla. Als je dan vervolgens de noten leest, zie je wat er eigenlijk gebeurt. Het is net als met een boek. Als je het verhaal al een beetje kent en je kunt het aan vrienden vertellen voordat je begint te lezen, dan werkt het voor mij beter. Vooral solistische passages wil ik eerst zonder problemen kunnen fluiten. Ik wil eerst de pure muziek ervaren zonder dat ik me bewust ben van de noten en de technische uitdagingen. Daarna ga ik aan de slag met de techniek, maar dan weet ik inmiddels waar het naar toe moet. Het kan ook andersom, maar juist nu heb ik de tijd om het op deze manier aan te pakken.’

Repeteren in Amsterdam

‘Normaal gesproken oefen ik overdag veel in de muziekstudio’s in het pand van het orkest aan de Gabriël Metsu­straat en ’s nachts oefen ik tot een uur of een, half twee in muziekzaal Splendor in Amsterdam. Dat is heerlijk rustig. Iedereen slaapt, niemand belt of stoort je. Dan krijg ik inspiratie en ben ik geconcentreerd. Maar nu ben ik voorzichtig, ik ga niet veel naar buiten.

In Duitsland, waar ik acht jaar studeerde en werkte, leerde ik verschillende culturen kennen, hoe je een open oog en oor ontwikkelt, hoe je omgaat met cultuurverschillen en toch jezelf blijft, hoe je het leven aanpakt… al die dingen. Ik raakte geïnteresseerd in jazz, leerde verschillende spelers en speelstijlen kennen. Deze muzikale bagage inspireert mij bij het spelen in het orkest. Van Mahler tot Ravel, alle klassieke muziek is beïnvloed door heel veel verschillende stijlen. In het orkest krijg je de kans om alles wat je speelt te verbinden met alles wat je weet en kent.’

Eerst het verhaal kennen, dan uitvoeren

Deze maand soleert Petkov in het ­Concert voor piano, trompet en orkest van Dmitri Sjostakovitsj. Een uitgelezen kans om al deze stijlen aan te spreken. Miro lacht: ‘Ja dat stel ik me ook voor.’ Hij heeft het nog niet aan de praktijk kunnen toetsen. ‘Aan het begin van de pandemie zou ik dit concert in Bulgarije spelen met pianist ­Plamena Mangova en de Moscow Soloists onder leiding van Yuri Bashmet.

Het zou een mooie ervaring geweest zijn in voorbereiding op de uitvoering in de beste setting die je je voor kunt stellen: het Concertgebouworkest als toporkest, Kirill Gerstein als solist, Semyon Bych­kov als dirigent, onze prachtige zaal…’ Hij heeft zijn voorbereiding op het concert in Amsterdam dus wat aan moeten passen.

‘Ik luister eerst vaak naar de muziek. Ik wil de muziek in mijn onderbewustzijn hebben, voordat ik de partituur opensla. Als je dan vervolgens de noten leest, zie je wat er eigenlijk gebeurt. Het is net als met een boek. Als je het verhaal al een beetje kent en je kunt het aan vrienden vertellen voordat je begint te lezen, dan werkt het voor mij beter. Vooral solistische passages wil ik eerst zonder problemen kunnen fluiten. Ik wil eerst de pure muziek ervaren zonder dat ik me bewust ben van de noten en de technische uitdagingen. Daarna ga ik aan de slag met de techniek, maar dan weet ik inmiddels waar het naar toe moet. Het kan ook andersom, maar juist nu heb ik de tijd om het op deze manier aan te pakken.’

Repeteren in Amsterdam

‘Normaal gesproken oefen ik overdag veel in de muziekstudio’s in het pand van het orkest aan de Gabriël Metsu­straat en ’s nachts oefen ik tot een uur of een, half twee in muziekzaal Splendor in Amsterdam. Dat is heerlijk rustig. Iedereen slaapt, niemand belt of stoort je. Dan krijg ik inspiratie en ben ik geconcentreerd. Maar nu ben ik voorzichtig, ik ga niet veel naar buiten.

  • Miro Petkov

    tijdens zijn eerste repetitie als aanvoerder bij het Concertgebouworkest, foto: Renske Vrolijk

    Miro Petkov

    tijdens zijn eerste repetitie als aanvoerder bij het Concertgebouworkest, foto: Renske Vrolijk

  • Miro Petkov

    foto: Renske Vrolijk

    Miro Petkov

    foto: Renske Vrolijk

  • Miro Petkov

    tijdens zijn eerste repetitie als aanvoerder bij het Concertgebouworkest, foto: Renske Vrolijk

    Miro Petkov

    tijdens zijn eerste repetitie als aanvoerder bij het Concertgebouworkest, foto: Renske Vrolijk

  • Miro Petkov

    foto: Renske Vrolijk

    Miro Petkov

    foto: Renske Vrolijk

Ik heb het geluk dat ik thuis kan spelen. In Amsterdam zijn de muren heel dun en kun je je buren snel tot overlast zijn. Beneden mij woont een gitarist, naast mij woont een trombonist. Op 4 mei speelden we samen de taptoe en het volkslied vanaf onze eigen balkons.’

‘Beneden mij woont een gitarist, naast mij woont een trombonist.’ 

Miro zit vol plannen, maar is voorzichtig met livestreamen. ‘Als ik Facebook open, dan krijg ik een enorme lading muziek over me uitgestort. Iedereen wil iets doen, dat is heel mooi. Misschien ben ik een beetje ouderwets of behoudend, maar ik ben hier voorzichtig mee. Goede kwaliteit lukt niet altijd met streaming.

Ik neem mijn tijd en probeer me daar niet slecht over te voelen. Mijn eerstvolgende concert is in Splendor. We spelen een paar keer per dag korte concerten van een kwartier voor een klein publiek, als een minifestival. Ik bereid een programma voor met mijn orkestcollega, trombo­nist Jörgen van Rijen, en cimbalist Vasile Nedea. We spelen volksmuziek, daar kijk ik erg naar uit.’

Nooit op safe

Miro speelt inmiddels vier seizoenen in het Concertgebouworkest. ‘Ik ben nog steeds aan het wennen. Ik weet eigenlijk niet of je als solotrompettist ooit helemaal comfortabel op je plek kunt zijn, het is altijd spannend. Ik mis het orkest, het samenspelen met al die geweldige mensen.

Hier in Nederland mag iedereen zich gelukkig prijzen met dit ensemble. Het is zo speciaal. Ik heb in veel orkesten gespeeld, best goede, maar vaak voelde dat zó anders. Soms zijn mensen een beetje arrogant, maar hier is het totaal het tegenovergestelde. Iedereen moedigt elkaar aan om risico’s te nemen en is zo aardig, zelfs als het mislukt.

Dat is een bijzondere kracht van dit orkest. Je mag bijzondere dingen doen, je hoeft niet op safe te spelen. Als het mislukt doe je de volgende keer nog beter je best. Dat is heel fijn voor de muziek.’

Ik heb het geluk dat ik thuis kan spelen. In Amsterdam zijn de muren heel dun en kun je je buren snel tot overlast zijn. Beneden mij woont een gitarist, naast mij woont een trombonist. Op 4 mei speelden we samen de taptoe en het volkslied vanaf onze eigen balkons.’

‘Beneden mij woont een gitarist, naast mij woont een trombonist.’ 

Miro zit vol plannen, maar is voorzichtig met livestreamen. ‘Als ik Facebook open, dan krijg ik een enorme lading muziek over me uitgestort. Iedereen wil iets doen, dat is heel mooi. Misschien ben ik een beetje ouderwets of behoudend, maar ik ben hier voorzichtig mee. Goede kwaliteit lukt niet altijd met streaming.

Ik neem mijn tijd en probeer me daar niet slecht over te voelen. Mijn eerstvolgende concert is in Splendor. We spelen een paar keer per dag korte concerten van een kwartier voor een klein publiek, als een minifestival. Ik bereid een programma voor met mijn orkestcollega, trombo­nist Jörgen van Rijen, en cimbalist Vasile Nedea. We spelen volksmuziek, daar kijk ik erg naar uit.’

Nooit op safe

Miro speelt inmiddels vier seizoenen in het Concertgebouworkest. ‘Ik ben nog steeds aan het wennen. Ik weet eigenlijk niet of je als solotrompettist ooit helemaal comfortabel op je plek kunt zijn, het is altijd spannend. Ik mis het orkest, het samenspelen met al die geweldige mensen.

Hier in Nederland mag iedereen zich gelukkig prijzen met dit ensemble. Het is zo speciaal. Ik heb in veel orkesten gespeeld, best goede, maar vaak voelde dat zó anders. Soms zijn mensen een beetje arrogant, maar hier is het totaal het tegenovergestelde. Iedereen moedigt elkaar aan om risico’s te nemen en is zo aardig, zelfs als het mislukt.

Dat is een bijzondere kracht van dit orkest. Je mag bijzondere dingen doen, je hoeft niet op safe te spelen. Als het mislukt doe je de volgende keer nog beter je best. Dat is heel fijn voor de muziek.’

Dit artikel wordt u gratis aangeboden door Preludium. Meer lezen? Abonneer dan nu.