Nog geen account of wachtwoord vergeten? Klik hier

Wat is een interval?

interval

Een interval is een afstand tussen twee tonen.

Een interval is een aanduiding voor de afstand tussen twee tonen. Een interval gebruik je bijvoorbeeld om te zeggen hoe groot de afstand tussen twee opeenvolgende tonen van een melodie is. 

Welke intervallen bestaan er?

Van klein naar groot zijn er de volgende intervallen:

  • Prime (een herhaling van dezelfde toon)
  • Secunde (van c naar d of des)
  • Terts (van c naar e of es)
  • Kwart (van c naar f)
  • Kwint (van c naar g)
  • Sext (van c naar a of as)
  • Septiem (van c naar b of bes)
  • Octaaf (van c naar de eerstvolgende c)

Intervallen kunnen ‘klein’ of ‘groot’ zijn. Bijvoorbeeld: als een terts op een sprong van c naar e slaat, is dit een 'grote terts', en als de afstand tussen de c en de es – de verlaagde e – wordt bedoeld, is een 'kleine terts'.

Om het nog wat ingewikkelder te maken: niet álle intervallen kunnen 'klein' of 'groot' zijn. De prime, de kwart, de kwint en het octaaf noemen we 'rein' als ze zoals hierboven worden gespeeld. Maak je deze een halve toon kleiner of groter, dan spreken we van 'overmatig' of 'verminderd'.

Een interval is een aanduiding voor de afstand tussen twee tonen. Een interval gebruik je bijvoorbeeld om te zeggen hoe groot de afstand tussen twee opeenvolgende tonen van een melodie is. 

Welke intervallen bestaan er?

Van klein naar groot zijn er de volgende intervallen:

  • Prime (een herhaling van dezelfde toon)
  • Secunde (van c naar d of des)
  • Terts (van c naar e of es)
  • Kwart (van c naar f)
  • Kwint (van c naar g)
  • Sext (van c naar a of as)
  • Septiem (van c naar b of bes)
  • Octaaf (van c naar de eerstvolgende c)

Intervallen kunnen ‘klein’ of ‘groot’ zijn. Bijvoorbeeld: als een terts op een sprong van c naar e slaat, is dit een 'grote terts', en als de afstand tussen de c en de es – de verlaagde e – wordt bedoeld, is een 'kleine terts'.

Om het nog wat ingewikkelder te maken: niet álle intervallen kunnen 'klein' of 'groot' zijn. De prime, de kwart, de kwint en het octaaf noemen we 'rein' als ze zoals hierboven worden gespeeld. Maak je deze een halve toon kleiner of groter, dan spreken we van 'overmatig' of 'verminderd'.

  • Toonsafstanden op een piano

    Toonsafstanden op een piano

  • Toonsafstanden op een piano

    Toonsafstanden op een piano

Hoe herken je een klinkend interval?

De prime is het makkelijkst te herkennen, dat zijn twee tonen van precies dezelfde hoogte. Denk aan het woord 'mama' in de Bohemian Rhapsody van Queen. Een grote secunde zit bijvoorbeeld in de start van Vader Jacob, en het wijsje Boer er ligt een kip in ‘t water bestaat alleen maar uit secundes (groot én klein).

De terts vervolgens vinden we in de eerste drie noten van Zeg Roodkapje. De lettergrepen 'Zeg Rood-' vormen een grote terts, en tussen de lettergrepen 'Rood-kapje' zit een kleine terts. De kwart kent iedereen als het begin van het Wilhelmus en de kwint als het begin van Altijd is Kortjakje ziek.

Berend Botje opent met een grote sext en het beroemde Erbarme dich uit Bachs  Matthäus-Passion met een kleine sext. Het septiem is een wat ingewikkelde sprong om zomaar te zingen, dus dit interval heeft zelden een prominente plek in een kinderliedje. Het octaaf ten slotte is een speciaal geval: het is de achtste trede op de toonladder, die uitkomt op een toon die dezelfde naam draagt als de grondtoon, bijvoorbeeld van c naar de eerstvolgende c. De twee tonen klinken bijna hetzelfde doordat de frequentie ervan precies tweemaal zo hoog is.

Hoe herken je een klinkend interval?

De prime is het makkelijkst te herkennen, dat zijn twee tonen van precies dezelfde hoogte. Denk aan het woord 'mama' in de Bohemian Rhapsody van Queen. Een grote secunde zit bijvoorbeeld in de start van Vader Jacob, en het wijsje Boer er ligt een kip in ‘t water bestaat alleen maar uit secundes (groot én klein).

De terts vervolgens vinden we in de eerste drie noten van Zeg Roodkapje. De lettergrepen 'Zeg Rood-' vormen een grote terts, en tussen de lettergrepen 'Rood-kapje' zit een kleine terts. De kwart kent iedereen als het begin van het Wilhelmus en de kwint als het begin van Altijd is Kortjakje ziek.

Berend Botje opent met een grote sext en het beroemde Erbarme dich uit Bachs  Matthäus-Passion met een kleine sext. Het septiem is een wat ingewikkelde sprong om zomaar te zingen, dus dit interval heeft zelden een prominente plek in een kinderliedje. Het octaaf ten slotte is een speciaal geval: het is de achtste trede op de toonladder, die uitkomt op een toon die dezelfde naam draagt als de grondtoon, bijvoorbeeld van c naar de eerstvolgende c. De twee tonen klinken bijna hetzelfde doordat de frequentie ervan precies tweemaal zo hoog is.