Nog geen account of wachtwoord vergeten? Klik hier

Wat is een toonsoort?

toonsoort

Een toonsoort is een familie van bij elkaar horende tonen, die als uitgangspunt voor een (deel van een) compositie wordt gebruikt.

Wat is een toonsoort?

Een toonsoort is een 'verzameling van tonen' die volgens bepaalde regels is georganiseerd. In de westerse klassieke traditie is zo'n verzameling van tonen vaak het uitgangspunt voor (een deel van een) compositie. Een toonsoort is gebaseerd op een toonladder, waarin de afstand tussen opeenvolgende tonen is vastgelegd.

De toonsoort wordt genoemd naar eerste toon van deze toonladder, de grondtoon of tonica, en die toon vervult een belangrijke rol. In de toonsoort C majeur, of C groot, is de belangrijkste noot een C, en komen alleen de 'witte toetsen' van de piano voor. 

Wat is een toonsoort?

Een toonsoort is een 'verzameling van tonen' die volgens bepaalde regels is georganiseerd. In de westerse klassieke traditie is zo'n verzameling van tonen vaak het uitgangspunt voor (een deel van een) compositie. Een toonsoort is gebaseerd op een toonladder, waarin de afstand tussen opeenvolgende tonen is vastgelegd.

De toonsoort wordt genoemd naar eerste toon van deze toonladder, de grondtoon of tonica, en die toon vervult een belangrijke rol. In de toonsoort C majeur, of C groot, is de belangrijkste noot een C, en komen alleen de 'witte toetsen' van de piano voor. 

  • Toonsafstanden op een piano

    Toonsafstanden op een piano

  • Toonsafstanden op een piano

    Toonsafstanden op een piano

Wat is de theorie achter toonsoorten?

In de westerse klassieke muziek gaan we uit van een verdeling van het octaaf in twaalf even ver van elkaar liggende tonen, die in verschillende toonladders kunnen worden georganiseerd. In diverse tijdperken en culturen kunnen deze trapsgewijze toonconstructies flink van elkaar verschillen, zowel in het aantal gebruikte tonen als in de afstanden tussen de afzonderlijke tonen (de intervallen).

De ‘formule’ van de toonladder bepaalt zo het basismateriaal van een toonsoort. Verhoudingsgewijs worden in de meest gebruikte ladders maar weinig tonen gebruikt, namelijk slechts zeven. De afstand tussen die zeven treden is telkens ofwel een hele ofwel een halve toon.

Dat wil niet zeggen dat een compositie in een bepaalde toonsoort slechts zeven noten bevat. Andere noten kunnen goed worden 'geleend' en hebben vaak een bijzonder effect op de muziek. Ook moduleren componisten vaak naar een andere toonsoort in een nieuw deel van de muziek, waarop weer een hele andere grondtoon belangrijk wordt. 

Welke toonsoorten bestaan er? 

Iedere denkbare toon kan de grondtoon zijn van een toonsoort. In de klassieke, westerse harmonieleer zijn de toonsoorten onderverdeeld in twee toongeslachten: majeur en mineur, of 'groot' en 'klein'. Deze zijn genoemd naar de kenmerkende terts: het interval tussen de grondtoon en de derde toon van een ladder.

Een majeurtoonladder, zoals bijvoorbeeld C majeur, klinkt 'vrolijk' omdat de afstand tussen de grondtoon C en de derde toon E maar liefst twee hele toonsafstanden is: een grote terts. Een mineurladder, zoals bijvoorbeeld c mineur, klinkt 'droevig' omdat de afstand tussen de grondtoon C en de derde toon Es anderhalve toon is. 

In concertprogramma's van Preludium wordt de toonsoort van een stuk meestal genoteerd als gr.t. (grote terts, majeur) of kl.t. (kleine terts, mineur). Bijvoorbeeld:

Dmitri Sjostakovitsj 1906-1975
Achtste strijkkwartet in c kl.t., op. 110 (1960)
Largo 
Allegro molto 
Allegretto 
Largo 
Largo

Wat is de theorie achter toonsoorten?

In de westerse klassieke muziek gaan we uit van een verdeling van het octaaf in twaalf even ver van elkaar liggende tonen, die in verschillende toonladders kunnen worden georganiseerd. In diverse tijdperken en culturen kunnen deze trapsgewijze toonconstructies flink van elkaar verschillen, zowel in het aantal gebruikte tonen als in de afstanden tussen de afzonderlijke tonen (de intervallen).

De ‘formule’ van de toonladder bepaalt zo het basismateriaal van een toonsoort. Verhoudingsgewijs worden in de meest gebruikte ladders maar weinig tonen gebruikt, namelijk slechts zeven. De afstand tussen die zeven treden is telkens ofwel een hele ofwel een halve toon.

Dat wil niet zeggen dat een compositie in een bepaalde toonsoort slechts zeven noten bevat. Andere noten kunnen goed worden 'geleend' en hebben vaak een bijzonder effect op de muziek. Ook moduleren componisten vaak naar een andere toonsoort in een nieuw deel van de muziek, waarop weer een hele andere grondtoon belangrijk wordt. 

Welke toonsoorten bestaan er? 

Iedere denkbare toon kan de grondtoon zijn van een toonsoort. In de klassieke, westerse harmonieleer zijn de toonsoorten onderverdeeld in twee toongeslachten: majeur en mineur, of 'groot' en 'klein'. Deze zijn genoemd naar de kenmerkende terts: het interval tussen de grondtoon en de derde toon van een ladder.

Een majeurtoonladder, zoals bijvoorbeeld C majeur, klinkt 'vrolijk' omdat de afstand tussen de grondtoon C en de derde toon E maar liefst twee hele toonsafstanden is: een grote terts. Een mineurladder, zoals bijvoorbeeld c mineur, klinkt 'droevig' omdat de afstand tussen de grondtoon C en de derde toon Es anderhalve toon is. 

In concertprogramma's van Preludium wordt de toonsoort van een stuk meestal genoteerd als gr.t. (grote terts, majeur) of kl.t. (kleine terts, mineur). Bijvoorbeeld:

Dmitri Sjostakovitsj 1906-1975
Achtste strijkkwartet in c kl.t., op. 110 (1960)
Largo 
Allegro molto 
Allegretto 
Largo 
Largo