Nog geen account of wachtwoord vergeten? Klik hier

Wat is slagwerk?

slagwerk

Het slagwerk is een sectie binnen het orkest. Het bestaat uit alle instrumenten die met een slagtechniek bespeeld worden.

Wat is slagwerk?

Onder slagwerk worden alle slaginstrumenten van het orkest verstaan. Deze zie je als groep vaak achterin het orkest.

Voorbeelden zijn grotere slaginstrumenten als de pauken, grote trom (basdrum), marimba, xylofoon, klokkenspel en gong; en kleinere slaginstrumenten als de kleine trom (snaredrum), woodblock, bekkens, tamboerijn, triangel, castagnetten, enzovoort.

Het slagwerk is grofweg te verdelen in instrumenten met een gedefinieerde toonhoogte (instrumenten die mee kunnen doen met de melodie of harmonie, zoals de pauken en de xylofoon), en instrumenten met een ongedefinieerde toonhoogte (zoals de bekkens, kleine trom en de tamboerijn).

Hoewel slagwerkers meestal voor alle slagwerkinstrumenten zijn opgeleid, zie je vaak een onofficiële specialisatie in een van de twee groepen slagwerkinstrumenten. Alleen de paukenist is specifiek voor zijn/haar instrument opgeleid.

Het aantal slagwerkers dat meespeelt met een stuk, is afhankelijk van de hoeveelheid en variëteit aan slagwerkinstrumenten dat een muziekstuk vraagt.

Wat is slagwerk?

Onder slagwerk worden alle slaginstrumenten van het orkest verstaan. Deze zie je als groep vaak achterin het orkest.

Voorbeelden zijn grotere slaginstrumenten als de pauken, grote trom (basdrum), marimba, xylofoon, klokkenspel en gong; en kleinere slaginstrumenten als de kleine trom (snaredrum), woodblock, bekkens, tamboerijn, triangel, castagnetten, enzovoort.

Het slagwerk is grofweg te verdelen in instrumenten met een gedefinieerde toonhoogte (instrumenten die mee kunnen doen met de melodie of harmonie, zoals de pauken en de xylofoon), en instrumenten met een ongedefinieerde toonhoogte (zoals de bekkens, kleine trom en de tamboerijn).

Hoewel slagwerkers meestal voor alle slagwerkinstrumenten zijn opgeleid, zie je vaak een onofficiële specialisatie in een van de twee groepen slagwerkinstrumenten. Alleen de paukenist is specifiek voor zijn/haar instrument opgeleid.

Het aantal slagwerkers dat meespeelt met een stuk, is afhankelijk van de hoeveelheid en variëteit aan slagwerkinstrumenten dat een muziekstuk vraagt.

  • De slagwerksectie van het Koninklijk Concertgebouworkest tijdens

    foto: Renske Vrolijk

    De slagwerksectie van het Koninklijk Concertgebouworkest tijdens

    foto: Renske Vrolijk

  • De slagwerksectie van het Koninklijk Concertgebouworkest tijdens

    foto: Renske Vrolijk

    De slagwerksectie van het Koninklijk Concertgebouworkest tijdens

    foto: Renske Vrolijk

Hoe heeft het slagwerk zich ontwikkeld?

In de vroege klassieke muziek, zo tot en met de klassieke periode, vind je nog relatief weinig slagwerk in het orkest. Alleen pauken waren tot dan doe ingeburgerd, maar ook die werden nog vooral ingezet om een muzikale passage nadruk te geven; componisten schreven het slagwerk nog geen continue bijdrage toe aan de muziek.

Gaandeweg kregen meer slagwerkinstrumenten een vastere rol in het orkest. Zeker in de 20e eeuw bloeide de slagwerksectie op. Steeds meer geluidsvoortbrengers die niet direct in een andere sectie van het orkest passen, maar wel steeds vaker door componisten werden voorgeschreven, werden vaak bij het slagwerk ondergebracht. Denk aan bijzondere fluitjes, sirenes, hamers, windmachines, enzovoort.

Tsjaikovski was er met zijn Ouverture 1812 in 1880 al vroeg bij. Hij voegde aan de slagwerksectie een heus kanon toe.

Hoe heeft het slagwerk zich ontwikkeld?

In de vroege klassieke muziek, zo tot en met de klassieke periode, vind je nog relatief weinig slagwerk in het orkest. Alleen pauken waren tot dan doe ingeburgerd, maar ook die werden nog vooral ingezet om een muzikale passage nadruk te geven; componisten schreven het slagwerk nog geen continue bijdrage toe aan de muziek.

Gaandeweg kregen meer slagwerkinstrumenten een vastere rol in het orkest. Zeker in de 20e eeuw bloeide de slagwerksectie op. Steeds meer geluidsvoortbrengers die niet direct in een andere sectie van het orkest passen, maar wel steeds vaker door componisten werden voorgeschreven, werden vaak bij het slagwerk ondergebracht. Denk aan bijzondere fluitjes, sirenes, hamers, windmachines, enzovoort.

Tsjaikovski was er met zijn Ouverture 1812 in 1880 al vroeg bij. Hij voegde aan de slagwerksectie een heus kanon toe.