Nog geen account of wachtwoord vergeten? Klik hier

Concertprogramma

Concertprogramma

Grote Pianisten in de Kleine Zaal: Olga Pashchenko

Grote Pianisten in de Kleine Zaal: Olga Pashchenko

Kleine Zaal
23 februari 2023
20.15 uur

Print dit programma

Olga Pashchenko klavecimbel/fortepiano/piano

Dit concert maakt deel uit van de serie Grote Pianisten in de Kleine Zaal.

Johann Wilhelm Hässler (1747-1822)

Sonate nr. 6 in a kl.t. (1776)
Poco allegro
Largo
Presto
eerder toegeschreven aan Wilhelm Friedemann Bach

Dmytro Bortniansky (1751-1825)

Sonate in F gr.t. (jaartal onbekend) 
voor klavecimbel

Johann Gottfried Pratsch (1750-1818)

Fandango, op. 2 (1795)

John Field (1782-1837)

Nocturne nr. 2 in c kl.t. (1812)
Nocturne nr. 4 in A gr.t. (1817)

Michaïl Glinka (1804-1857)

Variaties op de romance ‘De nachtegaal’ van Aljabjev (1833)
Variaties op een thema uit Bellini’s ‘I Capuleti e i Montecchi’ (1835)

pauze ± 21.00 uur

Michaïl Glinka / mila balakirev (1837-1910)

De leeuwerik (1872)

Valentin Silvestrov (1937)

Bagatelle nr. 1
Bagatelle nr. 3
uit ‘Bagatellen’, op. 1 (2005)

Pjotr Tsjaikovski (1840-1893)

Wiegelied
uit ‘Zes romances’, op. 16 (1872; arr. S. Rachmaninoff)

Nikolaj Medtner (1879-1951)

Sonate in g kl.t., op. 22 (1909)
Tenebroso, sempre affettando
Andante lugubre
Allegro assai

 einde ± 22.15 uur

Kleine Zaal 23 februari 2023 20.15 uur

Olga Pashchenko klavecimbel/fortepiano/piano

Dit concert maakt deel uit van de serie Grote Pianisten in de Kleine Zaal.

Johann Wilhelm Hässler (1747-1822)

Sonate nr. 6 in a kl.t. (1776)
Poco allegro
Largo
Presto
eerder toegeschreven aan Wilhelm Friedemann Bach

Dmytro Bortniansky (1751-1825)

Sonate in F gr.t. (jaartal onbekend) 
voor klavecimbel

Johann Gottfried Pratsch (1750-1818)

Fandango, op. 2 (1795)

John Field (1782-1837)

Nocturne nr. 2 in c kl.t. (1812)
Nocturne nr. 4 in A gr.t. (1817)

Michaïl Glinka (1804-1857)

Variaties op de romance ‘De nachtegaal’ van Aljabjev (1833)
Variaties op een thema uit Bellini’s ‘I Capuleti e i Montecchi’ (1835)

pauze ± 21.00 uur

Michaïl Glinka / mila balakirev (1837-1910)

De leeuwerik (1872)

Valentin Silvestrov (1937)

Bagatelle nr. 1
Bagatelle nr. 3
uit ‘Bagatellen’, op. 1 (2005)

Pjotr Tsjaikovski (1840-1893)

Wiegelied
uit ‘Zes romances’, op. 16 (1872; arr. S. Rachmaninoff)

Nikolaj Medtner (1879-1951)

Sonate in g kl.t., op. 22 (1909)
Tenebroso, sempre affettando
Andante lugubre
Allegro assai

 einde ± 22.15 uur

Toelichting

Grote Pianisten in de Kleine Zaal: Olga Pashchenko

door Noortje Zanen

De veelzijdige Russische pianiste Olga Pashchenko presenteert vandaag een bijzonder programma rond de evolutie van de piano. Ze selecteerde relatief onbekende piano­stukken van de late Barok tot de late Romantiek die ze op drie verschillende instrumenten zal spelen: klavecimbel, fortepiano en de moderne concertvleugel. Dat ze ook nog een uitstapje maakt naar de 21ste eeuw is een zorgvuldig gekozen aanvulling op haar oorspronkelijke plan.

Het idee voor dit programma ontstond al een paar jaar geleden. ‘Ik had er natuurlijk ook voor kunnen kiezen om de verschillende instrumenten te laten horen met bekende werken van componisten als Bach, Mozart, Chopin en Bartók, maar dat vond ik te gemakkelijk’, legt Olga Pashchenko uit. ‘Ik wil de evolutie van de piano liever illustreren aan de hand van een paar minder bekende Russische componisten. Iedereen hier kent de virtuoze piano­muziek van Rachmaninoff, Prokofjev en Skrjabin, maar ik wil graag laten horen welke historische ontwikkeling daaraan vooraf is gegaan. Dus speel ik een paar minder bekende Russische composities en ook een paar stukken van ‘buitenlandse’ componisten die een belangrijke rol speelden aan het Russische hof en in de rest van het land.’

‘Ik zal laten horen dat je eigenlijk kan zingen op alle toetsinstrumenten, van klavecimbel tot de moderne Steinway’

Om in het licht van de huidige politieke situatie te vermijden dat er alleen Russische muziek zou klinken heeft Pashchenko in laatste instantie twee romantische Russische stukken vervangen door Oekraïense composities. Ze speelt een sonate van Dmytro Bortniansky op klavecimbel en twee Bagatellen van Valentin Silvestrov op moderne piano. ‘Eigenlijk had ik willen stoppen bij Medtner, maar met Silvestrov maak ik nog een uitstapje naar de 21ste eeuw om óók de Oekraïense muziektraditie te eren.’

Bijzondere ontmoetingen

Voor Olga Pashchenko is het heel vanzelfsprekend om deze bonte verzameling composities op verschillende instrumenten te spelen. Als kind kreeg ze haar eerste lessen op een moderne staande piano en op school stonden moderne vleugels, maar vanaf haar dertiende speelde ze daarnaast klavecimbel en een paar jaar later ook nog fortepiano en orgel. ‘Met het juiste instrument kom je dichter bij de oorspronkelijke bedoeling van de componist en leer je op een natuurlijke manier hoe de muziek ongeveer moet klinken.

Het is inmiddels al vrij gebruikelijk om barok­muziek op klavecimbel te spelen, maar het repertoire voor fortepiano is nog steeds een beetje een grijs gebied. Daarom vind ik het leuk om te laten horen hoe mooi en bijzonder het repertoire uit de Romantiek klinkt als je het op fortepiano speelt, het instrument waar die muziek voor bedoeld was. Ieder historisch instrument is uniek en heeft zijn eigen klankkleuren en ook zijn eigen mechanische eigenaardigheden. De muziek zal op iedere fortepiano net een beetje anders klinken, waardoor je ook weer nieuwe ideeën kunt krijgen over fraseringen en timing. In ieder geval moet je als klavierspeler heel flexibel zijn en je moet je goed kunnen aanpassen. Je verwacht geen perfectie van het historische instrument, maar wel schoonheid, elegantie en magische klanken. Ik heb al zoveel fantastische piano’s ontmoet!’

Hässler, Bortniansky en Pratsch

De eerste drie stukken speelt Pashchenko op klavecimbel. ‘De muziek van Hässler, ­Pratsch en Bortniansky behoort nog tot de late Barok en de galante stijl, maar wijst ook al vooruit naar de Klassieke ­Periode. De van oorsprong Duitse Johann Wilhelm Hässler was vooral werkzaam in Rusland. Zijn Zesde sonate is lange tijd toegeschreven aan Wilhelm Friedemann Bach, zoon van Johann Sebastian, maar uiteindelijk zijn onderzoekers erachter gekomen dat dat niet klopte. Ook Johann Gottfried Pratsch was een buitenlander die in Rusland werkte. Deze Boheemse componist werkte aan het Russische hof waar hij onder andere klavecimbel en fortepiano speelde. Zijn bundel met Russische volksmuziek is uniek! Dmytro Bort­niansky was een van oorsprong Oekraïense componist die zowel in Oekraïne als in Rusland een belangrijke rol heeft gespeeld en die ook een tijd lang in Italië heeft gewoond.’

De veelzijdige Russische pianiste Olga Pashchenko presenteert vandaag een bijzonder programma rond de evolutie van de piano. Ze selecteerde relatief onbekende piano­stukken van de late Barok tot de late Romantiek die ze op drie verschillende instrumenten zal spelen: klavecimbel, fortepiano en de moderne concertvleugel. Dat ze ook nog een uitstapje maakt naar de 21ste eeuw is een zorgvuldig gekozen aanvulling op haar oorspronkelijke plan.

Het idee voor dit programma ontstond al een paar jaar geleden. ‘Ik had er natuurlijk ook voor kunnen kiezen om de verschillende instrumenten te laten horen met bekende werken van componisten als Bach, Mozart, Chopin en Bartók, maar dat vond ik te gemakkelijk’, legt Olga Pashchenko uit. ‘Ik wil de evolutie van de piano liever illustreren aan de hand van een paar minder bekende Russische componisten. Iedereen hier kent de virtuoze piano­muziek van Rachmaninoff, Prokofjev en Skrjabin, maar ik wil graag laten horen welke historische ontwikkeling daaraan vooraf is gegaan. Dus speel ik een paar minder bekende Russische composities en ook een paar stukken van ‘buitenlandse’ componisten die een belangrijke rol speelden aan het Russische hof en in de rest van het land.’

‘Ik zal laten horen dat je eigenlijk kan zingen op alle toetsinstrumenten, van klavecimbel tot de moderne Steinway’

Om in het licht van de huidige politieke situatie te vermijden dat er alleen Russische muziek zou klinken heeft Pashchenko in laatste instantie twee romantische Russische stukken vervangen door Oekraïense composities. Ze speelt een sonate van Dmytro Bortniansky op klavecimbel en twee Bagatellen van Valentin Silvestrov op moderne piano. ‘Eigenlijk had ik willen stoppen bij Medtner, maar met Silvestrov maak ik nog een uitstapje naar de 21ste eeuw om óók de Oekraïense muziektraditie te eren.’

Bijzondere ontmoetingen

Voor Olga Pashchenko is het heel vanzelfsprekend om deze bonte verzameling composities op verschillende instrumenten te spelen. Als kind kreeg ze haar eerste lessen op een moderne staande piano en op school stonden moderne vleugels, maar vanaf haar dertiende speelde ze daarnaast klavecimbel en een paar jaar later ook nog fortepiano en orgel. ‘Met het juiste instrument kom je dichter bij de oorspronkelijke bedoeling van de componist en leer je op een natuurlijke manier hoe de muziek ongeveer moet klinken.

Het is inmiddels al vrij gebruikelijk om barok­muziek op klavecimbel te spelen, maar het repertoire voor fortepiano is nog steeds een beetje een grijs gebied. Daarom vind ik het leuk om te laten horen hoe mooi en bijzonder het repertoire uit de Romantiek klinkt als je het op fortepiano speelt, het instrument waar die muziek voor bedoeld was. Ieder historisch instrument is uniek en heeft zijn eigen klankkleuren en ook zijn eigen mechanische eigenaardigheden. De muziek zal op iedere fortepiano net een beetje anders klinken, waardoor je ook weer nieuwe ideeën kunt krijgen over fraseringen en timing. In ieder geval moet je als klavierspeler heel flexibel zijn en je moet je goed kunnen aanpassen. Je verwacht geen perfectie van het historische instrument, maar wel schoonheid, elegantie en magische klanken. Ik heb al zoveel fantastische piano’s ontmoet!’

Hässler, Bortniansky en Pratsch

De eerste drie stukken speelt Pashchenko op klavecimbel. ‘De muziek van Hässler, ­Pratsch en Bortniansky behoort nog tot de late Barok en de galante stijl, maar wijst ook al vooruit naar de Klassieke ­Periode. De van oorsprong Duitse Johann Wilhelm Hässler was vooral werkzaam in Rusland. Zijn Zesde sonate is lange tijd toegeschreven aan Wilhelm Friedemann Bach, zoon van Johann Sebastian, maar uiteindelijk zijn onderzoekers erachter gekomen dat dat niet klopte. Ook Johann Gottfried Pratsch was een buitenlander die in Rusland werkte. Deze Boheemse componist werkte aan het Russische hof waar hij onder andere klavecimbel en fortepiano speelde. Zijn bundel met Russische volksmuziek is uniek! Dmytro Bort­niansky was een van oorsprong Oekraïense componist die zowel in Oekraïne als in Rusland een belangrijke rol heeft gespeeld en die ook een tijd lang in Italië heeft gewoond.’

  • Dmytro Bortniansky

    geportretteerd door Mikhail Belski in 1788

    Dmytro Bortniansky

    geportretteerd door Mikhail Belski in 1788

  • Dmytro Bortniansky

    geportretteerd door Mikhail Belski in 1788

    Dmytro Bortniansky

    geportretteerd door Mikhail Belski in 1788

Van Field tot Silvestrov

De vroeg-romantische Nocturnes van John Field en de verschillende variaties van Michaïl Glinka horen thuis op fortepiano. ‘Vooral Glinka wordt bijna altijd op moderne piano gespeeld, maar ik zal laten horen dat het op een fortepiano veel interessanter en mooier is. Glinka wordt wel de ‘vader van de Russische muziek’ genoemd. Met zijn variaties bewijst hij dat hij onder de indruk was van de Italiaanse operastijl die hij tijdens zijn Europese reizen leerde kennen.

Glinka studeerde onder andere bij de van oorsprong Ierse componist Field die lange tijd in Rusland werkzaam was. Field was een van de eerste componisten die nocturnes voor piano solo schreef en die probeerde om de piano te laten zingen. Cantabile spelen op een piano is beslist een uitdaging en dit aspect van het pianospel is eigenlijk ook een soort rode draad door het programma. Op de moderne piano hoor je hoe Rachmaninoff (die een wiegelied van Tsjaikovski bewerkte) en Medtner net als Field en Glinka proberen om het instrument te laten zingen en ook Silvestrovs Bagatellen klinken heel lyrisch. Bovendien zal ik laten horen dat Hässler, Pratsch en Bortniansky eveneens zeer melodische muziek schreven en dat je eigenlijk kan zingen op alle toetsinstrumenten, van klavecimbel tot de moderne Steinway.’

Van Field tot Silvestrov

De vroeg-romantische Nocturnes van John Field en de verschillende variaties van Michaïl Glinka horen thuis op fortepiano. ‘Vooral Glinka wordt bijna altijd op moderne piano gespeeld, maar ik zal laten horen dat het op een fortepiano veel interessanter en mooier is. Glinka wordt wel de ‘vader van de Russische muziek’ genoemd. Met zijn variaties bewijst hij dat hij onder de indruk was van de Italiaanse operastijl die hij tijdens zijn Europese reizen leerde kennen.

Glinka studeerde onder andere bij de van oorsprong Ierse componist Field die lange tijd in Rusland werkzaam was. Field was een van de eerste componisten die nocturnes voor piano solo schreef en die probeerde om de piano te laten zingen. Cantabile spelen op een piano is beslist een uitdaging en dit aspect van het pianospel is eigenlijk ook een soort rode draad door het programma. Op de moderne piano hoor je hoe Rachmaninoff (die een wiegelied van Tsjaikovski bewerkte) en Medtner net als Field en Glinka proberen om het instrument te laten zingen en ook Silvestrovs Bagatellen klinken heel lyrisch. Bovendien zal ik laten horen dat Hässler, Pratsch en Bortniansky eveneens zeer melodische muziek schreven en dat je eigenlijk kan zingen op alle toetsinstrumenten, van klavecimbel tot de moderne Steinway.’

door Noortje Zanen

Grote Pianisten in de Kleine Zaal: Olga Pashchenko

door Noortje Zanen

De veelzijdige Russische pianiste Olga Pashchenko presenteert vandaag een bijzonder programma rond de evolutie van de piano. Ze selecteerde relatief onbekende piano­stukken van de late Barok tot de late Romantiek die ze op drie verschillende instrumenten zal spelen: klavecimbel, fortepiano en de moderne concertvleugel. Dat ze ook nog een uitstapje maakt naar de 21ste eeuw is een zorgvuldig gekozen aanvulling op haar oorspronkelijke plan.

Het idee voor dit programma ontstond al een paar jaar geleden. ‘Ik had er natuurlijk ook voor kunnen kiezen om de verschillende instrumenten te laten horen met bekende werken van componisten als Bach, Mozart, Chopin en Bartók, maar dat vond ik te gemakkelijk’, legt Olga Pashchenko uit. ‘Ik wil de evolutie van de piano liever illustreren aan de hand van een paar minder bekende Russische componisten. Iedereen hier kent de virtuoze piano­muziek van Rachmaninoff, Prokofjev en Skrjabin, maar ik wil graag laten horen welke historische ontwikkeling daaraan vooraf is gegaan. Dus speel ik een paar minder bekende Russische composities en ook een paar stukken van ‘buitenlandse’ componisten die een belangrijke rol speelden aan het Russische hof en in de rest van het land.’

‘Ik zal laten horen dat je eigenlijk kan zingen op alle toetsinstrumenten, van klavecimbel tot de moderne Steinway’

Om in het licht van de huidige politieke situatie te vermijden dat er alleen Russische muziek zou klinken heeft Pashchenko in laatste instantie twee romantische Russische stukken vervangen door Oekraïense composities. Ze speelt een sonate van Dmytro Bortniansky op klavecimbel en twee Bagatellen van Valentin Silvestrov op moderne piano. ‘Eigenlijk had ik willen stoppen bij Medtner, maar met Silvestrov maak ik nog een uitstapje naar de 21ste eeuw om óók de Oekraïense muziektraditie te eren.’

Bijzondere ontmoetingen

Voor Olga Pashchenko is het heel vanzelfsprekend om deze bonte verzameling composities op verschillende instrumenten te spelen. Als kind kreeg ze haar eerste lessen op een moderne staande piano en op school stonden moderne vleugels, maar vanaf haar dertiende speelde ze daarnaast klavecimbel en een paar jaar later ook nog fortepiano en orgel. ‘Met het juiste instrument kom je dichter bij de oorspronkelijke bedoeling van de componist en leer je op een natuurlijke manier hoe de muziek ongeveer moet klinken.

Het is inmiddels al vrij gebruikelijk om barok­muziek op klavecimbel te spelen, maar het repertoire voor fortepiano is nog steeds een beetje een grijs gebied. Daarom vind ik het leuk om te laten horen hoe mooi en bijzonder het repertoire uit de Romantiek klinkt als je het op fortepiano speelt, het instrument waar die muziek voor bedoeld was. Ieder historisch instrument is uniek en heeft zijn eigen klankkleuren en ook zijn eigen mechanische eigenaardigheden. De muziek zal op iedere fortepiano net een beetje anders klinken, waardoor je ook weer nieuwe ideeën kunt krijgen over fraseringen en timing. In ieder geval moet je als klavierspeler heel flexibel zijn en je moet je goed kunnen aanpassen. Je verwacht geen perfectie van het historische instrument, maar wel schoonheid, elegantie en magische klanken. Ik heb al zoveel fantastische piano’s ontmoet!’

Hässler, Bortniansky en Pratsch

De eerste drie stukken speelt Pashchenko op klavecimbel. ‘De muziek van Hässler, ­Pratsch en Bortniansky behoort nog tot de late Barok en de galante stijl, maar wijst ook al vooruit naar de Klassieke ­Periode. De van oorsprong Duitse Johann Wilhelm Hässler was vooral werkzaam in Rusland. Zijn Zesde sonate is lange tijd toegeschreven aan Wilhelm Friedemann Bach, zoon van Johann Sebastian, maar uiteindelijk zijn onderzoekers erachter gekomen dat dat niet klopte. Ook Johann Gottfried Pratsch was een buitenlander die in Rusland werkte. Deze Boheemse componist werkte aan het Russische hof waar hij onder andere klavecimbel en fortepiano speelde. Zijn bundel met Russische volksmuziek is uniek! Dmytro Bort­niansky was een van oorsprong Oekraïense componist die zowel in Oekraïne als in Rusland een belangrijke rol heeft gespeeld en die ook een tijd lang in Italië heeft gewoond.’

De veelzijdige Russische pianiste Olga Pashchenko presenteert vandaag een bijzonder programma rond de evolutie van de piano. Ze selecteerde relatief onbekende piano­stukken van de late Barok tot de late Romantiek die ze op drie verschillende instrumenten zal spelen: klavecimbel, fortepiano en de moderne concertvleugel. Dat ze ook nog een uitstapje maakt naar de 21ste eeuw is een zorgvuldig gekozen aanvulling op haar oorspronkelijke plan.

Het idee voor dit programma ontstond al een paar jaar geleden. ‘Ik had er natuurlijk ook voor kunnen kiezen om de verschillende instrumenten te laten horen met bekende werken van componisten als Bach, Mozart, Chopin en Bartók, maar dat vond ik te gemakkelijk’, legt Olga Pashchenko uit. ‘Ik wil de evolutie van de piano liever illustreren aan de hand van een paar minder bekende Russische componisten. Iedereen hier kent de virtuoze piano­muziek van Rachmaninoff, Prokofjev en Skrjabin, maar ik wil graag laten horen welke historische ontwikkeling daaraan vooraf is gegaan. Dus speel ik een paar minder bekende Russische composities en ook een paar stukken van ‘buitenlandse’ componisten die een belangrijke rol speelden aan het Russische hof en in de rest van het land.’

‘Ik zal laten horen dat je eigenlijk kan zingen op alle toetsinstrumenten, van klavecimbel tot de moderne Steinway’

Om in het licht van de huidige politieke situatie te vermijden dat er alleen Russische muziek zou klinken heeft Pashchenko in laatste instantie twee romantische Russische stukken vervangen door Oekraïense composities. Ze speelt een sonate van Dmytro Bortniansky op klavecimbel en twee Bagatellen van Valentin Silvestrov op moderne piano. ‘Eigenlijk had ik willen stoppen bij Medtner, maar met Silvestrov maak ik nog een uitstapje naar de 21ste eeuw om óók de Oekraïense muziektraditie te eren.’

Bijzondere ontmoetingen

Voor Olga Pashchenko is het heel vanzelfsprekend om deze bonte verzameling composities op verschillende instrumenten te spelen. Als kind kreeg ze haar eerste lessen op een moderne staande piano en op school stonden moderne vleugels, maar vanaf haar dertiende speelde ze daarnaast klavecimbel en een paar jaar later ook nog fortepiano en orgel. ‘Met het juiste instrument kom je dichter bij de oorspronkelijke bedoeling van de componist en leer je op een natuurlijke manier hoe de muziek ongeveer moet klinken.

Het is inmiddels al vrij gebruikelijk om barok­muziek op klavecimbel te spelen, maar het repertoire voor fortepiano is nog steeds een beetje een grijs gebied. Daarom vind ik het leuk om te laten horen hoe mooi en bijzonder het repertoire uit de Romantiek klinkt als je het op fortepiano speelt, het instrument waar die muziek voor bedoeld was. Ieder historisch instrument is uniek en heeft zijn eigen klankkleuren en ook zijn eigen mechanische eigenaardigheden. De muziek zal op iedere fortepiano net een beetje anders klinken, waardoor je ook weer nieuwe ideeën kunt krijgen over fraseringen en timing. In ieder geval moet je als klavierspeler heel flexibel zijn en je moet je goed kunnen aanpassen. Je verwacht geen perfectie van het historische instrument, maar wel schoonheid, elegantie en magische klanken. Ik heb al zoveel fantastische piano’s ontmoet!’

Hässler, Bortniansky en Pratsch

De eerste drie stukken speelt Pashchenko op klavecimbel. ‘De muziek van Hässler, ­Pratsch en Bortniansky behoort nog tot de late Barok en de galante stijl, maar wijst ook al vooruit naar de Klassieke ­Periode. De van oorsprong Duitse Johann Wilhelm Hässler was vooral werkzaam in Rusland. Zijn Zesde sonate is lange tijd toegeschreven aan Wilhelm Friedemann Bach, zoon van Johann Sebastian, maar uiteindelijk zijn onderzoekers erachter gekomen dat dat niet klopte. Ook Johann Gottfried Pratsch was een buitenlander die in Rusland werkte. Deze Boheemse componist werkte aan het Russische hof waar hij onder andere klavecimbel en fortepiano speelde. Zijn bundel met Russische volksmuziek is uniek! Dmytro Bort­niansky was een van oorsprong Oekraïense componist die zowel in Oekraïne als in Rusland een belangrijke rol heeft gespeeld en die ook een tijd lang in Italië heeft gewoond.’

  • Dmytro Bortniansky

    geportretteerd door Mikhail Belski in 1788

    Dmytro Bortniansky

    geportretteerd door Mikhail Belski in 1788

  • Dmytro Bortniansky

    geportretteerd door Mikhail Belski in 1788

    Dmytro Bortniansky

    geportretteerd door Mikhail Belski in 1788

Van Field tot Silvestrov

De vroeg-romantische Nocturnes van John Field en de verschillende variaties van Michaïl Glinka horen thuis op fortepiano. ‘Vooral Glinka wordt bijna altijd op moderne piano gespeeld, maar ik zal laten horen dat het op een fortepiano veel interessanter en mooier is. Glinka wordt wel de ‘vader van de Russische muziek’ genoemd. Met zijn variaties bewijst hij dat hij onder de indruk was van de Italiaanse operastijl die hij tijdens zijn Europese reizen leerde kennen.

Glinka studeerde onder andere bij de van oorsprong Ierse componist Field die lange tijd in Rusland werkzaam was. Field was een van de eerste componisten die nocturnes voor piano solo schreef en die probeerde om de piano te laten zingen. Cantabile spelen op een piano is beslist een uitdaging en dit aspect van het pianospel is eigenlijk ook een soort rode draad door het programma. Op de moderne piano hoor je hoe Rachmaninoff (die een wiegelied van Tsjaikovski bewerkte) en Medtner net als Field en Glinka proberen om het instrument te laten zingen en ook Silvestrovs Bagatellen klinken heel lyrisch. Bovendien zal ik laten horen dat Hässler, Pratsch en Bortniansky eveneens zeer melodische muziek schreven en dat je eigenlijk kan zingen op alle toetsinstrumenten, van klavecimbel tot de moderne Steinway.’

Van Field tot Silvestrov

De vroeg-romantische Nocturnes van John Field en de verschillende variaties van Michaïl Glinka horen thuis op fortepiano. ‘Vooral Glinka wordt bijna altijd op moderne piano gespeeld, maar ik zal laten horen dat het op een fortepiano veel interessanter en mooier is. Glinka wordt wel de ‘vader van de Russische muziek’ genoemd. Met zijn variaties bewijst hij dat hij onder de indruk was van de Italiaanse operastijl die hij tijdens zijn Europese reizen leerde kennen.

Glinka studeerde onder andere bij de van oorsprong Ierse componist Field die lange tijd in Rusland werkzaam was. Field was een van de eerste componisten die nocturnes voor piano solo schreef en die probeerde om de piano te laten zingen. Cantabile spelen op een piano is beslist een uitdaging en dit aspect van het pianospel is eigenlijk ook een soort rode draad door het programma. Op de moderne piano hoor je hoe Rachmaninoff (die een wiegelied van Tsjaikovski bewerkte) en Medtner net als Field en Glinka proberen om het instrument te laten zingen en ook Silvestrovs Bagatellen klinken heel lyrisch. Bovendien zal ik laten horen dat Hässler, Pratsch en Bortniansky eveneens zeer melodische muziek schreven en dat je eigenlijk kan zingen op alle toetsinstrumenten, van klavecimbel tot de moderne Steinway.’

door Noortje Zanen

Biografie

Olga Pashchenko, piano/fortepiano

Olga Pashchenko voert een breed repertoire uit op toetsinstrumenten van orgel en klavecimbel tot fortepiano en de moderne concertvleugel. Ze is te gast op festivals voor nieuwe én oude muziek en trad op in piano­series in Milaan, Padua, Antwerpen, Brugge, Madrid en Parijs. Ze soleerde op het festival ‘Chopin and his Europe’ in Warschau en is sinds 2012 ‘Hausmusikerin’ van het Beethoven-Haus in Bonn.

Pianoconcerten van Mozart speelde ze met het Orkest van de Achttiende Eeuw en met ­musicAeterna onder Teodor Currentzis; ook soleerde ze in het Pianoconcert van Grieg en – met Alexei Lubimov – het dubbelconcert van Dussek.

Olga Pashchenko begon haar opleiding in haar geboortestad Moskou, waar ze al op vroege leeftijd prijzen won en op haar zevende werd aangenomen aan de Gnessin Muziek­school. Ze vervolgde haar studie aan het Tsjai­kovski Staatsconservatorium bij Alexei Lubimov (fortepiano en moderne piano), Olga Martynova (klavecimbel), Alexei Schmitov (orgel) en Konstantin Zenkin (interpretatie). Na haar afstuderen in 2010 en een studie linguïstiek aan de Staatsuniversiteit van Moskou nam ze aan het Conservatorium van Amsterdam les bij Richard Egarr, bij wie ze haar masterdiploma’s haalde op fortepiano in 2013 en op klavecimbel in 2014. Inmiddels is ze zelf als docent verbonden aan het Amsterdamse conservatorium.

Olga Pashchenko speelt vandaag haar eerste soloprogramma in de Kleine Zaal, waar ze in oktober 2021 debuteerde in een liedrecital met bariton Georg Nigl.