Nog geen account of wachtwoord vergeten? Klik hier

Concertprogramma

Concertprogramma

Grote Pianisten in de Kleine Zaal: Mao Fujita met Mozart

Grote Pianisten in de Kleine Zaal: Mao Fujita met Mozart

Kleine Zaal
25 maart 2023
20.15 uur

Print dit programma

Mao Fujita piano

Dit concert maakt deel uit van de serie Grote Pianisten in de Kleine Zaal.

Lees ook het interview met Mao Fujita: ‘Ik wilde geen pám-pám, maar zíngen’

Wolfgang Amadeus Mozart (1756-1791)

Sonate in C gr.t., KV 309 (1777)
Allegro con spirito
Andante, un poco adagio
Rondo

Sonate in a kl.t., KV 310 (1778)
Allegro maestoso
Andante cantabile con espressione
Presto

pauze ± 20.55 uur

Sonate in Bes gr.t., KV 333 (1783)
Allegro
Andante cantabile
Allegretto grazioso

Sonate in D gr.t., KV 311 (1777)
Allegro con spirito
Andantino con espressione
Rondo: Allegro

einde ± 22.05 uur

Kleine Zaal 25 maart 2023 20.15 uur

Mao Fujita piano

Dit concert maakt deel uit van de serie Grote Pianisten in de Kleine Zaal.

Lees ook het interview met Mao Fujita: ‘Ik wilde geen pám-pám, maar zíngen’

Wolfgang Amadeus Mozart (1756-1791)

Sonate in C gr.t., KV 309 (1777)
Allegro con spirito
Andante, un poco adagio
Rondo

Sonate in a kl.t., KV 310 (1778)
Allegro maestoso
Andante cantabile con espressione
Presto

pauze ± 20.55 uur

Sonate in Bes gr.t., KV 333 (1783)
Allegro
Andante cantabile
Allegretto grazioso

Sonate in D gr.t., KV 311 (1777)
Allegro con spirito
Andantino con espressione
Rondo: Allegro

einde ± 22.05 uur

Toelichting

Grote Pianisten in de Kleine Zaal: Mao Fujita

door Clemens Romijn

Een muziekliefhebber die ergens tussen 1765 en 1780 zijn best deed om het wonderkind Wolfgang Amadeus Mozart te zien musiceren in zijn woonplaats Salzburg, had grote kans tevergeefs aan te kloppen bij het aartsbisschoppelijke paleis of de Dom. En zelfs bij zijn woonhuis in de Getreidegasse 9 en later aan de Makart­platz 8 vaak geen gehoor: de jonge componist was weer eens vertrokken. Hij had sinds zijn dertiende wel een vaste (onbetaalde!) baan als violist bij de hofkapel van de aartsbisschop waarin zijn vader Leopold concertmeester was, maar de helft van de tijd was Mozart op reis. Meestal samen met zijn vader. Meer dan een derde deel van zijn korte leven was Wolfgang onderweg door Europa. Reizen was zijn tweede natuur. ‘Mijn hart is volledig in vervoering’, schreef hij op zijn dertiende vanuit een Italiaanse postkoets aan zijn moeder. ‘Uit puur plezier, omdat ik zo geniet van deze reis. En omdat onze koetsier zo’n galante kerel is, die, als de weg het toelaat, zo snel rijdt!’

Dat reizen was voor Mozart geen luxe, maar een artistieke en existentiële noodzaak als componist en klavier­virtuoos zonder vast inkomen. Zijn vader leerde hem hoe een Europees netwerk te creëren. Hoe de deuren van adellijke paleizen te openen en zich te presenteren aan invloedrijke en 
kunstminnende ‘gekroonde hoofden’. Maar ook hoe zijn talent te ‘vermarkten’. In een brief uit de tijd van de vanavond gespeelde klaviersonates schreef Wolfgang vanuit Parijs aan zijn vader in Salzburg: ‘Wat mij in Salzburg tegenstaat is dat de aartsbisschop niet gelooft in pientere mensen die gereisd hebben. Want ik verzeker u, zonder reizen is men in de wetenschap of kunsten een arm schepsel! Als hij me niet toestaat elke twee jaar een reis te maken, kan ik onmogelijk zijn aanstelling aanvaarden. Iemand met middelmatig talent zal altijd middelmatig zijn, of hij reist of niet. Maar iemand met superieur talent wordt slecht, als hij altijd op dezelfde plek blijft.’

Een muziekliefhebber die ergens tussen 1765 en 1780 zijn best deed om het wonderkind Wolfgang Amadeus Mozart te zien musiceren in zijn woonplaats Salzburg, had grote kans tevergeefs aan te kloppen bij het aartsbisschoppelijke paleis of de Dom. En zelfs bij zijn woonhuis in de Getreidegasse 9 en later aan de Makart­platz 8 vaak geen gehoor: de jonge componist was weer eens vertrokken. Hij had sinds zijn dertiende wel een vaste (onbetaalde!) baan als violist bij de hofkapel van de aartsbisschop waarin zijn vader Leopold concertmeester was, maar de helft van de tijd was Mozart op reis. Meestal samen met zijn vader. Meer dan een derde deel van zijn korte leven was Wolfgang onderweg door Europa. Reizen was zijn tweede natuur. ‘Mijn hart is volledig in vervoering’, schreef hij op zijn dertiende vanuit een Italiaanse postkoets aan zijn moeder. ‘Uit puur plezier, omdat ik zo geniet van deze reis. En omdat onze koetsier zo’n galante kerel is, die, als de weg het toelaat, zo snel rijdt!’

Dat reizen was voor Mozart geen luxe, maar een artistieke en existentiële noodzaak als componist en klavier­virtuoos zonder vast inkomen. Zijn vader leerde hem hoe een Europees netwerk te creëren. Hoe de deuren van adellijke paleizen te openen en zich te presenteren aan invloedrijke en 
kunstminnende ‘gekroonde hoofden’. Maar ook hoe zijn talent te ‘vermarkten’. In een brief uit de tijd van de vanavond gespeelde klaviersonates schreef Wolfgang vanuit Parijs aan zijn vader in Salzburg: ‘Wat mij in Salzburg tegenstaat is dat de aartsbisschop niet gelooft in pientere mensen die gereisd hebben. Want ik verzeker u, zonder reizen is men in de wetenschap of kunsten een arm schepsel! Als hij me niet toestaat elke twee jaar een reis te maken, kan ik onmogelijk zijn aanstelling aanvaarden. Iemand met middelmatig talent zal altijd middelmatig zijn, of hij reist of niet. Maar iemand met superieur talent wordt slecht, als hij altijd op dezelfde plek blijft.’

Zonnigheid

Dit programma is geheel ‘van onderweg’. Want geen van de vier klaviersonates stamt uit ­Mozarts woonplaatsen Salzburg of Wenen. Zo is de Zevende sonate in C groot, KV 309 wel uit zijn Salzburgse tijd, maar kwam ze op papier in Mann­heim in de herfst van 1777. Mozart was toen op doorreis naar ­Parijs samen met zijn moeder, die daar in de zomer van 1778 onverwachts zou overlijden. Kost en inwoning verdiende hij in Mannheim door les te geven, onder meer aan de dochter van Johann Christian Cannabich, de dirigent van het beroemde Mannheimse hoforkest.In het middendeel, Andante, zou Mozart een muzikaal portret van deze Rosa geschilderd hebben.

In de sterke dynamische contrasten is goed de invloed van de stijl van het Mannheimse hoforkest te herkennen, destijds het beroemdste orkest van Europa. Dat merkten ook Mozarts vader en zus op: ‘Het heeft iets van de gemaniëreerde Mannheimse stijl over zich, maar zo weinig dat je eigen goede stijl niet wordt bedorven.’

Zonnigheid

Dit programma is geheel ‘van onderweg’. Want geen van de vier klaviersonates stamt uit ­Mozarts woonplaatsen Salzburg of Wenen. Zo is de Zevende sonate in C groot, KV 309 wel uit zijn Salzburgse tijd, maar kwam ze op papier in Mann­heim in de herfst van 1777. Mozart was toen op doorreis naar ­Parijs samen met zijn moeder, die daar in de zomer van 1778 onverwachts zou overlijden. Kost en inwoning verdiende hij in Mannheim door les te geven, onder meer aan de dochter van Johann Christian Cannabich, de dirigent van het beroemde Mannheimse hoforkest.In het middendeel, Andante, zou Mozart een muzikaal portret van deze Rosa geschilderd hebben.

In de sterke dynamische contrasten is goed de invloed van de stijl van het Mannheimse hoforkest te herkennen, destijds het beroemdste orkest van Europa. Dat merkten ook Mozarts vader en zus op: ‘Het heeft iets van de gemaniëreerde Mannheimse stijl over zich, maar zo weinig dat je eigen goede stijl niet wordt bedorven.’

Drama

Opvallend aan de ongeveer twintig pianosonates van Mozart is het kleine aantal in mineurtoonsoorten: slechts twee stuks. De eerste daarvan is de beroemde Achtste sonate in a klein, KV 310, geschreven in Parijs in de droeve zomer van 1778 en drie jaar later ook daar uitgegeven. In een ontroerende brief bracht de 22-­jarige Wolfgang zijn vader in Salzburg op de hoogte van het overlijden van zijn moeder: ‘Mon très cher Père…’. Zijn echte geestverwant in de familie was niet meer. De lieve vrouw met de levenslust en relativerende humor die ze gelukkig aan haar zoon had doorgegeven.

‘Iemand met superieur talent wordt slecht, als hij altijd op dezelfde plek blijft’

Het lijkt alsof Mozart een flinke voorraad duisternis en drama had opgeslagen en bewaard en het hier naar aanleiding van de dood van zijn moeder voor het eerst uitschreeuwt in het openingsdeel, Allegro maestoso. Ver weg is alle lichtvoetigheid en galante zonnigheid uit de eerdere werken, hier klinken bladzijden vol ‘Sturm und Drang’.

Drama

Opvallend aan de ongeveer twintig pianosonates van Mozart is het kleine aantal in mineurtoonsoorten: slechts twee stuks. De eerste daarvan is de beroemde Achtste sonate in a klein, KV 310, geschreven in Parijs in de droeve zomer van 1778 en drie jaar later ook daar uitgegeven. In een ontroerende brief bracht de 22-­jarige Wolfgang zijn vader in Salzburg op de hoogte van het overlijden van zijn moeder: ‘Mon très cher Père…’. Zijn echte geestverwant in de familie was niet meer. De lieve vrouw met de levenslust en relativerende humor die ze gelukkig aan haar zoon had doorgegeven.

‘Iemand met superieur talent wordt slecht, als hij altijd op dezelfde plek blijft’

Het lijkt alsof Mozart een flinke voorraad duisternis en drama had opgeslagen en bewaard en het hier naar aanleiding van de dood van zijn moeder voor het eerst uitschreeuwt in het openingsdeel, Allegro maestoso. Ver weg is alle lichtvoetigheid en galante zonnigheid uit de eerdere werken, hier klinken bladzijden vol ‘Sturm und Drang’.

Linz

Dan volgt een van Mozarts langste en meest veeleisende klaviersonates, vrijwel zeker bedoeld voor zijn eigen optredens en niet als lesmateriaal: de Dertiende sonate in Bes groot, KV 333. Moderne papieranalyse heeft aangetoond dat het stuk niet ook in 1778 in Parijs uit Mozarts pen vloeide, maar ruim vijf jaar later in Linz. Daar verbleven Mozart en zijn vrouw Constanze in november 1783 drie weken op hun terugreis van Salzburg naar hun nieuwe woonplaats Wenen. Voor een onverwachts ingelast optreden in Linz schreef Mozart naast deze sonate ‘in razende vaart’ ook de ‘Linzer’ symfonie nr. 36 in C groot, KV 425.

De Dertiende sonate lijkt een verkapte symfonie of klavierconcert, met in het openingsallegro afwisselend ‘solo-’ en ‘tutti-’passages en virtuoos passagewerk vol delicate omspelingen. Ook met de cadens in het afsluitende rondo zet de solist zich in de kijker. Het centrale Andante cantabile in Es groot is duidelijk beïnvloed door Mozarts ervaring als operacomponist. Hier lijkt men te luisteren naar een liefdesduet zonder woorden.

Linz

Dan volgt een van Mozarts langste en meest veeleisende klaviersonates, vrijwel zeker bedoeld voor zijn eigen optredens en niet als lesmateriaal: de Dertiende sonate in Bes groot, KV 333. Moderne papieranalyse heeft aangetoond dat het stuk niet ook in 1778 in Parijs uit Mozarts pen vloeide, maar ruim vijf jaar later in Linz. Daar verbleven Mozart en zijn vrouw Constanze in november 1783 drie weken op hun terugreis van Salzburg naar hun nieuwe woonplaats Wenen. Voor een onverwachts ingelast optreden in Linz schreef Mozart naast deze sonate ‘in razende vaart’ ook de ‘Linzer’ symfonie nr. 36 in C groot, KV 425.

De Dertiende sonate lijkt een verkapte symfonie of klavierconcert, met in het openingsallegro afwisselend ‘solo-’ en ‘tutti-’passages en virtuoos passagewerk vol delicate omspelingen. Ook met de cadens in het afsluitende rondo zet de solist zich in de kijker. Het centrale Andante cantabile in Es groot is duidelijk beïnvloed door Mozarts ervaring als operacomponist. Hier lijkt men te luisteren naar een liefdesduet zonder woorden.

Tussen Mannheim en Parijs

Zijn klaviersonates componeerde Mozart ofwel als een soort showstukken waarmee hij kon schitteren tijdens zijn tournees en optredens, ofwel als studiemateriaal voor zijn pianoleerlingen – ofwel voor een combinatie van beide. Een voorbeeld van dit laatste is waarschijnlijk de Negende sonate in D groot, KV 311. Het stuk kwam op papier in Mannheim waar Mozart destijds verbleef samen met zijn moeder, op doorreis naar Parijs. En daar, in Mannheim en Parijs, heeft hij het stuk zeker uitgevoerd.

Sporen van de Mannheimse componisten zijn goed te horen in de sonate, waarvan het eerste en laatste deel doen denken aan een orkestwerk met dynamische contrasten en (de voor Mannheim zo kenmerkende) crescendo’s. Zo hadden Mozarts reizen en verblijven ver van huis opnieuw zijn creativiteit gevoed. 

Tussen Mannheim en Parijs

Zijn klaviersonates componeerde Mozart ofwel als een soort showstukken waarmee hij kon schitteren tijdens zijn tournees en optredens, ofwel als studiemateriaal voor zijn pianoleerlingen – ofwel voor een combinatie van beide. Een voorbeeld van dit laatste is waarschijnlijk de Negende sonate in D groot, KV 311. Het stuk kwam op papier in Mannheim waar Mozart destijds verbleef samen met zijn moeder, op doorreis naar Parijs. En daar, in Mannheim en Parijs, heeft hij het stuk zeker uitgevoerd.

Sporen van de Mannheimse componisten zijn goed te horen in de sonate, waarvan het eerste en laatste deel doen denken aan een orkestwerk met dynamische contrasten en (de voor Mannheim zo kenmerkende) crescendo’s. Zo hadden Mozarts reizen en verblijven ver van huis opnieuw zijn creativiteit gevoed. 

door Clemens Romijn

Grote Pianisten in de Kleine Zaal: Mao Fujita

door Clemens Romijn

Een muziekliefhebber die ergens tussen 1765 en 1780 zijn best deed om het wonderkind Wolfgang Amadeus Mozart te zien musiceren in zijn woonplaats Salzburg, had grote kans tevergeefs aan te kloppen bij het aartsbisschoppelijke paleis of de Dom. En zelfs bij zijn woonhuis in de Getreidegasse 9 en later aan de Makart­platz 8 vaak geen gehoor: de jonge componist was weer eens vertrokken. Hij had sinds zijn dertiende wel een vaste (onbetaalde!) baan als violist bij de hofkapel van de aartsbisschop waarin zijn vader Leopold concertmeester was, maar de helft van de tijd was Mozart op reis. Meestal samen met zijn vader. Meer dan een derde deel van zijn korte leven was Wolfgang onderweg door Europa. Reizen was zijn tweede natuur. ‘Mijn hart is volledig in vervoering’, schreef hij op zijn dertiende vanuit een Italiaanse postkoets aan zijn moeder. ‘Uit puur plezier, omdat ik zo geniet van deze reis. En omdat onze koetsier zo’n galante kerel is, die, als de weg het toelaat, zo snel rijdt!’

Dat reizen was voor Mozart geen luxe, maar een artistieke en existentiële noodzaak als componist en klavier­virtuoos zonder vast inkomen. Zijn vader leerde hem hoe een Europees netwerk te creëren. Hoe de deuren van adellijke paleizen te openen en zich te presenteren aan invloedrijke en 
kunstminnende ‘gekroonde hoofden’. Maar ook hoe zijn talent te ‘vermarkten’. In een brief uit de tijd van de vanavond gespeelde klaviersonates schreef Wolfgang vanuit Parijs aan zijn vader in Salzburg: ‘Wat mij in Salzburg tegenstaat is dat de aartsbisschop niet gelooft in pientere mensen die gereisd hebben. Want ik verzeker u, zonder reizen is men in de wetenschap of kunsten een arm schepsel! Als hij me niet toestaat elke twee jaar een reis te maken, kan ik onmogelijk zijn aanstelling aanvaarden. Iemand met middelmatig talent zal altijd middelmatig zijn, of hij reist of niet. Maar iemand met superieur talent wordt slecht, als hij altijd op dezelfde plek blijft.’

Een muziekliefhebber die ergens tussen 1765 en 1780 zijn best deed om het wonderkind Wolfgang Amadeus Mozart te zien musiceren in zijn woonplaats Salzburg, had grote kans tevergeefs aan te kloppen bij het aartsbisschoppelijke paleis of de Dom. En zelfs bij zijn woonhuis in de Getreidegasse 9 en later aan de Makart­platz 8 vaak geen gehoor: de jonge componist was weer eens vertrokken. Hij had sinds zijn dertiende wel een vaste (onbetaalde!) baan als violist bij de hofkapel van de aartsbisschop waarin zijn vader Leopold concertmeester was, maar de helft van de tijd was Mozart op reis. Meestal samen met zijn vader. Meer dan een derde deel van zijn korte leven was Wolfgang onderweg door Europa. Reizen was zijn tweede natuur. ‘Mijn hart is volledig in vervoering’, schreef hij op zijn dertiende vanuit een Italiaanse postkoets aan zijn moeder. ‘Uit puur plezier, omdat ik zo geniet van deze reis. En omdat onze koetsier zo’n galante kerel is, die, als de weg het toelaat, zo snel rijdt!’

Dat reizen was voor Mozart geen luxe, maar een artistieke en existentiële noodzaak als componist en klavier­virtuoos zonder vast inkomen. Zijn vader leerde hem hoe een Europees netwerk te creëren. Hoe de deuren van adellijke paleizen te openen en zich te presenteren aan invloedrijke en 
kunstminnende ‘gekroonde hoofden’. Maar ook hoe zijn talent te ‘vermarkten’. In een brief uit de tijd van de vanavond gespeelde klaviersonates schreef Wolfgang vanuit Parijs aan zijn vader in Salzburg: ‘Wat mij in Salzburg tegenstaat is dat de aartsbisschop niet gelooft in pientere mensen die gereisd hebben. Want ik verzeker u, zonder reizen is men in de wetenschap of kunsten een arm schepsel! Als hij me niet toestaat elke twee jaar een reis te maken, kan ik onmogelijk zijn aanstelling aanvaarden. Iemand met middelmatig talent zal altijd middelmatig zijn, of hij reist of niet. Maar iemand met superieur talent wordt slecht, als hij altijd op dezelfde plek blijft.’

Zonnigheid

Dit programma is geheel ‘van onderweg’. Want geen van de vier klaviersonates stamt uit ­Mozarts woonplaatsen Salzburg of Wenen. Zo is de Zevende sonate in C groot, KV 309 wel uit zijn Salzburgse tijd, maar kwam ze op papier in Mann­heim in de herfst van 1777. Mozart was toen op doorreis naar ­Parijs samen met zijn moeder, die daar in de zomer van 1778 onverwachts zou overlijden. Kost en inwoning verdiende hij in Mannheim door les te geven, onder meer aan de dochter van Johann Christian Cannabich, de dirigent van het beroemde Mannheimse hoforkest.In het middendeel, Andante, zou Mozart een muzikaal portret van deze Rosa geschilderd hebben.

In de sterke dynamische contrasten is goed de invloed van de stijl van het Mannheimse hoforkest te herkennen, destijds het beroemdste orkest van Europa. Dat merkten ook Mozarts vader en zus op: ‘Het heeft iets van de gemaniëreerde Mannheimse stijl over zich, maar zo weinig dat je eigen goede stijl niet wordt bedorven.’

Zonnigheid

Dit programma is geheel ‘van onderweg’. Want geen van de vier klaviersonates stamt uit ­Mozarts woonplaatsen Salzburg of Wenen. Zo is de Zevende sonate in C groot, KV 309 wel uit zijn Salzburgse tijd, maar kwam ze op papier in Mann­heim in de herfst van 1777. Mozart was toen op doorreis naar ­Parijs samen met zijn moeder, die daar in de zomer van 1778 onverwachts zou overlijden. Kost en inwoning verdiende hij in Mannheim door les te geven, onder meer aan de dochter van Johann Christian Cannabich, de dirigent van het beroemde Mannheimse hoforkest.In het middendeel, Andante, zou Mozart een muzikaal portret van deze Rosa geschilderd hebben.

In de sterke dynamische contrasten is goed de invloed van de stijl van het Mannheimse hoforkest te herkennen, destijds het beroemdste orkest van Europa. Dat merkten ook Mozarts vader en zus op: ‘Het heeft iets van de gemaniëreerde Mannheimse stijl over zich, maar zo weinig dat je eigen goede stijl niet wordt bedorven.’

Drama

Opvallend aan de ongeveer twintig pianosonates van Mozart is het kleine aantal in mineurtoonsoorten: slechts twee stuks. De eerste daarvan is de beroemde Achtste sonate in a klein, KV 310, geschreven in Parijs in de droeve zomer van 1778 en drie jaar later ook daar uitgegeven. In een ontroerende brief bracht de 22-­jarige Wolfgang zijn vader in Salzburg op de hoogte van het overlijden van zijn moeder: ‘Mon très cher Père…’. Zijn echte geestverwant in de familie was niet meer. De lieve vrouw met de levenslust en relativerende humor die ze gelukkig aan haar zoon had doorgegeven.

‘Iemand met superieur talent wordt slecht, als hij altijd op dezelfde plek blijft’

Het lijkt alsof Mozart een flinke voorraad duisternis en drama had opgeslagen en bewaard en het hier naar aanleiding van de dood van zijn moeder voor het eerst uitschreeuwt in het openingsdeel, Allegro maestoso. Ver weg is alle lichtvoetigheid en galante zonnigheid uit de eerdere werken, hier klinken bladzijden vol ‘Sturm und Drang’.

Drama

Opvallend aan de ongeveer twintig pianosonates van Mozart is het kleine aantal in mineurtoonsoorten: slechts twee stuks. De eerste daarvan is de beroemde Achtste sonate in a klein, KV 310, geschreven in Parijs in de droeve zomer van 1778 en drie jaar later ook daar uitgegeven. In een ontroerende brief bracht de 22-­jarige Wolfgang zijn vader in Salzburg op de hoogte van het overlijden van zijn moeder: ‘Mon très cher Père…’. Zijn echte geestverwant in de familie was niet meer. De lieve vrouw met de levenslust en relativerende humor die ze gelukkig aan haar zoon had doorgegeven.

‘Iemand met superieur talent wordt slecht, als hij altijd op dezelfde plek blijft’

Het lijkt alsof Mozart een flinke voorraad duisternis en drama had opgeslagen en bewaard en het hier naar aanleiding van de dood van zijn moeder voor het eerst uitschreeuwt in het openingsdeel, Allegro maestoso. Ver weg is alle lichtvoetigheid en galante zonnigheid uit de eerdere werken, hier klinken bladzijden vol ‘Sturm und Drang’.

Linz

Dan volgt een van Mozarts langste en meest veeleisende klaviersonates, vrijwel zeker bedoeld voor zijn eigen optredens en niet als lesmateriaal: de Dertiende sonate in Bes groot, KV 333. Moderne papieranalyse heeft aangetoond dat het stuk niet ook in 1778 in Parijs uit Mozarts pen vloeide, maar ruim vijf jaar later in Linz. Daar verbleven Mozart en zijn vrouw Constanze in november 1783 drie weken op hun terugreis van Salzburg naar hun nieuwe woonplaats Wenen. Voor een onverwachts ingelast optreden in Linz schreef Mozart naast deze sonate ‘in razende vaart’ ook de ‘Linzer’ symfonie nr. 36 in C groot, KV 425.

De Dertiende sonate lijkt een verkapte symfonie of klavierconcert, met in het openingsallegro afwisselend ‘solo-’ en ‘tutti-’passages en virtuoos passagewerk vol delicate omspelingen. Ook met de cadens in het afsluitende rondo zet de solist zich in de kijker. Het centrale Andante cantabile in Es groot is duidelijk beïnvloed door Mozarts ervaring als operacomponist. Hier lijkt men te luisteren naar een liefdesduet zonder woorden.

Linz

Dan volgt een van Mozarts langste en meest veeleisende klaviersonates, vrijwel zeker bedoeld voor zijn eigen optredens en niet als lesmateriaal: de Dertiende sonate in Bes groot, KV 333. Moderne papieranalyse heeft aangetoond dat het stuk niet ook in 1778 in Parijs uit Mozarts pen vloeide, maar ruim vijf jaar later in Linz. Daar verbleven Mozart en zijn vrouw Constanze in november 1783 drie weken op hun terugreis van Salzburg naar hun nieuwe woonplaats Wenen. Voor een onverwachts ingelast optreden in Linz schreef Mozart naast deze sonate ‘in razende vaart’ ook de ‘Linzer’ symfonie nr. 36 in C groot, KV 425.

De Dertiende sonate lijkt een verkapte symfonie of klavierconcert, met in het openingsallegro afwisselend ‘solo-’ en ‘tutti-’passages en virtuoos passagewerk vol delicate omspelingen. Ook met de cadens in het afsluitende rondo zet de solist zich in de kijker. Het centrale Andante cantabile in Es groot is duidelijk beïnvloed door Mozarts ervaring als operacomponist. Hier lijkt men te luisteren naar een liefdesduet zonder woorden.

Tussen Mannheim en Parijs

Zijn klaviersonates componeerde Mozart ofwel als een soort showstukken waarmee hij kon schitteren tijdens zijn tournees en optredens, ofwel als studiemateriaal voor zijn pianoleerlingen – ofwel voor een combinatie van beide. Een voorbeeld van dit laatste is waarschijnlijk de Negende sonate in D groot, KV 311. Het stuk kwam op papier in Mannheim waar Mozart destijds verbleef samen met zijn moeder, op doorreis naar Parijs. En daar, in Mannheim en Parijs, heeft hij het stuk zeker uitgevoerd.

Sporen van de Mannheimse componisten zijn goed te horen in de sonate, waarvan het eerste en laatste deel doen denken aan een orkestwerk met dynamische contrasten en (de voor Mannheim zo kenmerkende) crescendo’s. Zo hadden Mozarts reizen en verblijven ver van huis opnieuw zijn creativiteit gevoed. 

Tussen Mannheim en Parijs

Zijn klaviersonates componeerde Mozart ofwel als een soort showstukken waarmee hij kon schitteren tijdens zijn tournees en optredens, ofwel als studiemateriaal voor zijn pianoleerlingen – ofwel voor een combinatie van beide. Een voorbeeld van dit laatste is waarschijnlijk de Negende sonate in D groot, KV 311. Het stuk kwam op papier in Mannheim waar Mozart destijds verbleef samen met zijn moeder, op doorreis naar Parijs. En daar, in Mannheim en Parijs, heeft hij het stuk zeker uitgevoerd.

Sporen van de Mannheimse componisten zijn goed te horen in de sonate, waarvan het eerste en laatste deel doen denken aan een orkestwerk met dynamische contrasten en (de voor Mannheim zo kenmerkende) crescendo’s. Zo hadden Mozarts reizen en verblijven ver van huis opnieuw zijn creativiteit gevoed. 

door Clemens Romijn

Biografie

Mao Fujita, piano

Mao Fujita uit Tokio speelt piano vanaf zijn derde. Nu is hij 24 en reist hij langs de wereldpodia, studeert hij in Berlijn bij Kirill Gerstein en mag hij Maria João Pires onder zijn fans rekenen. Al op jonge leeftijd won hij prijzen op diverse internationale concoursen.

De echte doorbraak kwam in 2017, toen hij nog aan het Tokyo College of Music studeerde, met het winnen van de eerste prijs, de publieksprijs en nog twee extra prijzen op het prestigieuze pianoconcours Clara Haskil in Zwitserland.

In 2019 werd Mao Fujita tweede op het Tsjaikovski Concours in Moskou, waar hij grote indruk maakte op dirigent Valery Gergiev, die hem uitnodigde voor een aantal internationale tournees. Datzelfde jaar nog sprong hij op het laatste moment in om ­Tsjaikovski’s Tweede pianoconcert te spelen met het Mariinski-orkest onder Gergiev, hetgeen hem juichende kritieken opleverde.

Hij trad ook op met de Münchner Philharmoniker, het Tokyo Metropolitan Symphony Orchestra en het Orchestra Filarmonica della Scala.

In 2021 tekende hij een exclusief platencontract met Sony Classical International. Het eerste resultaat daarvan was een cd-box met alle pianosonates van Mozart, die in 2022 uitkwam. Op 25 maart speelt hij daarvan een selectie als Grote Pianist in de Kleine Zaal van Het Concertgebouw. Maar eerst maakt hij op 8, 9, 10 en 12 maart zijn debuut bij het Concertgebouworkest.