Nog geen account of wachtwoord vergeten? Klik hier

Wie is John Cage?

John Cage

componist

John Cage was een Amerikaanse componist. Zijn onorthodoxe ideeën en composities hadden een grote invloed op de twintigste-eeuwse klassieke muziek. 

Jonge jaren

John Milton Cage jr. werd 5 september 1912 in Los Angeles geboren. Zijn vader was een uitvinder, zijn moeder met tussenpozen journalist voor de Los Angeles Times. Zijn eerste muzikale onderricht kreeg hij van zijn tante, die hem kennis liet maken met negentiende-eeuwse pianomuziek. Rond zijn zevende jaar begon Cage met pianolessen.

Interesse in componeren had hij in eerste instantie niet. In 1928 begon hij aan een studie theologie. Twee jaar later stopte hij met zijn studie en zeilde hij naar Frankrijk, waar hij verschillende kunstvormen uitprobeerde, waaronder compositie. In Europa hoorde Cage voor het eerst muziek van Igor Stravinsky, Paul Hindemith en Johann Sebastian Bach.

Eerste composities

In 1932 keerde Cage terug naar de Verenigde Staten, waar hij ging studeren bij Henry Cowell, Adolph Weiss en Arnold Schönberg. Schönberg zou later zeggen: ‘Ik had slechts één goede Amerikaanse student; hij is natuurlijk geen componist, maar een geniale uitvinder.’

Deze opmerking komt niet uit de lucht vallen. Na enkele composities in Schönbergs twaalftoonstechniek (zie: dodecafonie) begon Cage te experimenteren met onorthodoxe vormen en instrumenten. Zo gebruikte hij onder meer een elektrische zoemer (Imaginary landscape no. 3, 1942) en blikjes (Third construction in metal, 1943) en was hij een van de eersten die experimenteerde met elektronica.

  • John Cage met een cactus

    tijdens een uitvoering van Branches

    John Cage met een cactus

    tijdens een uitvoering van Branches

  • John Cage creëert zijn 'prepared piano'

    In 1947

    John Cage creëert zijn 'prepared piano'

    In 1947

  • John Cage met een cactus

    tijdens een uitvoering van Branches

    John Cage met een cactus

    tijdens een uitvoering van Branches

  • John Cage creëert zijn 'prepared piano'

    In 1947

    John Cage creëert zijn 'prepared piano'

    In 1947

Het bekendste voorbeeld is de geprepareerde piano. Met stukjes metaal, hout en rubber manipuleerde Cage de klank van de pianosnaren om de piano in essentie om te vormen tot een slagwerkinstrument. Sonatas and interludes (1946-48) is zijn bekendste werk in dit idioom. Voor Cage was het aanvankelijk een manier om tijdens tournees als huiscomponist (en chauffeur) van de dansgroep van Merce Cunningham een compact ‘slagwerkensemble’ mee te kunnen nemen.

Chance en indeterminacy

In 1950 ontmoette Cage de componist Morton Feldman. Samen vormden ze de kern van een groepje New Yorkse experiementele componisten en andere kunstenaars. Een van hun gedeelde interesses was het zenboeddhisme, onder invloed waarvan ze trachtten muziek zo veel mogelijk te ontdoen van het ego van de componist. De muziek van Cage draaide steeds meer om de pure ervaring van klank als klank, zonder emotionele expressie of coherente structuur.

Cage componeerde deze muziek met behulp van twee concepten: toeval, ofwel aleatoriek (van alea, Latijn voor dobbelsteen) en indeterminacy (‘onbepaaldheid’). Indeterminacy houdt in dat niet alle aspecten van de muziek vooraf bepaald worden.

Voor de compositie van het toevalwerk Music of Changes (1951) maakte Cage gebruik van de I-Ching, een oud Chinees boek waaraan men een vraag kan stellen en met het opgooien van muntjes of dobbelstenen een antwoord kan krijgen. Uitvoerenden kunnen deze methode ook inzetten om de precieze uitkomst van het werk te bepalen.

Het bekendste werk uit deze periode is 4’33’’ uit 1952, waarbij slechts twee zaken vastliggen: de tijdsduur van de drie delen, en het feit dat de uitvoerder niets speelt. De klinkende muzikale inhoud wordt gevormd door de omgevingsgeluiden.

Latere jaren, dood en invloed

Cage bleef innoveren, Zo was hij een van de eersten die de computer gebruikte bij het componeren (HPSCHD, 1969). Hij zou tot zijn dood blijven componeren, mede omdat hij ooit aan Schönberg had beloofd zijn leven te zullen wijden aan muziek. Zo schreef hij vijf opera’s, Europeras (1985-87) en in de laatste vijf jaar van zijn leven veertig ‘number pieces’, met muzikale gebeurtenissen die zich vrij afspelen binnen vooraf bepaalde ‘time brackets’, een aleatorisch idee dat sindsdien regelmatig wordt toegepast.

Op 12 augustus 1992 overleed Cage aan de gevolgen van een hersenbloeding. Zowel met zijn experimentele houding als met specifieke compositiemethodes is hij van grote invloed geweest. Toevalsoperaties en indeterminacy worden nog altijd door veel componisten gebruikt. Sinds Cage’s dood in 1992 worden sommige van zijn ideeën verder doorgevoerd door een groeiend aantal musici die onder de naam Wandelweiser een internationaal collectief vormen.

Het bekendste voorbeeld is de geprepareerde piano. Met stukjes metaal, hout en rubber manipuleerde Cage de klank van de pianosnaren om de piano in essentie om te vormen tot een slagwerkinstrument. Sonatas and interludes (1946-48) is zijn bekendste werk in dit idioom. Voor Cage was het aanvankelijk een manier om tijdens tournees als huiscomponist (en chauffeur) van de dansgroep van Merce Cunningham een compact ‘slagwerkensemble’ mee te kunnen nemen.

Chance en indeterminacy

In 1950 ontmoette Cage de componist Morton Feldman. Samen vormden ze de kern van een groepje New Yorkse experiementele componisten en andere kunstenaars. Een van hun gedeelde interesses was het zenboeddhisme, onder invloed waarvan ze trachtten muziek zo veel mogelijk te ontdoen van het ego van de componist. De muziek van Cage draaide steeds meer om de pure ervaring van klank als klank, zonder emotionele expressie of coherente structuur.

Cage componeerde deze muziek met behulp van twee concepten: toeval, ofwel aleatoriek (van alea, Latijn voor dobbelsteen) en indeterminacy (‘onbepaaldheid’). Indeterminacy houdt in dat niet alle aspecten van de muziek vooraf bepaald worden.

Voor de compositie van het toevalwerk Music of Changes (1951) maakte Cage gebruik van de I-Ching, een oud Chinees boek waaraan men een vraag kan stellen en met het opgooien van muntjes of dobbelstenen een antwoord kan krijgen. Uitvoerenden kunnen deze methode ook inzetten om de precieze uitkomst van het werk te bepalen.

Het bekendste werk uit deze periode is 4’33’’ uit 1952, waarbij slechts twee zaken vastliggen: de tijdsduur van de drie delen, en het feit dat de uitvoerder niets speelt. De klinkende muzikale inhoud wordt gevormd door de omgevingsgeluiden.

Latere jaren, dood en invloed

Cage bleef innoveren, Zo was hij een van de eersten die de computer gebruikte bij het componeren (HPSCHD, 1969). Hij zou tot zijn dood blijven componeren, mede omdat hij ooit aan Schönberg had beloofd zijn leven te zullen wijden aan muziek. Zo schreef hij vijf opera’s, Europeras (1985-87) en in de laatste vijf jaar van zijn leven veertig ‘number pieces’, met muzikale gebeurtenissen die zich vrij afspelen binnen vooraf bepaalde ‘time brackets’, een aleatorisch idee dat sindsdien regelmatig wordt toegepast.

Op 12 augustus 1992 overleed Cage aan de gevolgen van een hersenbloeding. Zowel met zijn experimentele houding als met specifieke compositiemethodes is hij van grote invloed geweest. Toevalsoperaties en indeterminacy worden nog altijd door veel componisten gebruikt. Sinds Cage’s dood in 1992 worden sommige van zijn ideeën verder doorgevoerd door een groeiend aantal musici die onder de naam Wandelweiser een internationaal collectief vormen.

Bijgewerkt op donderdag 23 februari 2023