Nog geen account of wachtwoord vergeten? Klik hier

Wie is Franz Liszt?

Franz Liszt

componist

Franz Liszt is een Hongaarse componist en pianovirtuoos uit de Romantiek. Hij is vooral bekend om zijn pianomuziek en symfonische gedichten.

Jonge jaren

Franz Liszt – Hongaarse naam: Liszt Ferenc – werd op 22 oktober 1811 geboren te Raiding, een Hongaarse plaats waar men overwegend Duits sprak en dat inmiddels bij Oostenrijk hoort.

Zijn vader Adam speelde meerdere instrumenten en was ooit in dienst bij de adellijke familie Esterházy. In dit verband had hij Joseph Haydn en Ludwig van Beethoven leren kennen.

De appel viel niet ver van de boom: Liszt was een wonderkind. Zijn vader gaf hem zijn eerste pianolessen, waarna hij de familie naar Wenen verhuisde ten behoeve van Liszt’s ontwikkeling.

Na veertien maanden lessen bij onder andere Antonio Salieri trok Liszt in 1823 met zijn familie naar Parijs. Hier ontwikkelde hij zijn pianospel als autodidact, nam hij lessen in compositie en muziektheorie en trad hij ook op.

Lisztomania

Liszt’s vader overleed in 1827, waarna Liszt een vast inkomen verdiende met pianoles geven. In de tussentijd ontwikkelde hij zijn eigen pianospel steeds verder en bleef hij componeren. In 1831-32 ontmoette hij de vioolvirtuoos Niccolo Paganini, die hem wellicht inspireerde zijn pianospel naar een ongekend niveau te verheffen.

Tussen 1839 en 1847 toerde Liszt door Europa; hij ging zo ver als Turkije. Hij introduceerde de recital: dat wil zeggen dat hij solo optrad, zonder zangers en andere instrumentalisten zoals indertijd gebruikelijk was.

Rond zijn optredens was het publiek extatisch. Fans vochten om zijn zakdoeken en handschoenen, gebroken pianosnaren en wilden zelfs lokken van zijn haar.

Volgens een ooggetuigenverslag ging deze Lisztomania – zoals het bekend kwam te staan – nog veel verder: ‘Liszt gooide een onder het waakzaam oog van een dame zijn sigarenstompje op straat. Zij pakte het uit de goot en deed het in een met diamanten bezette medaillon, waar de monogram ‘F.L.’ op te lezen was. Hierna vervolgde zij haar weg, zich schijnbaar onbewust van de stank.’

Liszt als dirigent

In 1848 stopte Liszt met optreden om zich toe te leggen op componeren, dirigeren en les geven. Tussen 1848 en 1861 verzorgde hij de hofmuziek aan Weimar. Hier voerde hij veel nieuwe muziek op; hij dirigeerde onder andere bij de première van Richard Wagner’s Lohengrin in 1850.

Liszt als componist

Liszts virtuositeit als pianist vertaalde zich naar zijn composities. In Un sospiro wordt de melodie noot voor noot verdeeld tussen de linker- en rechterhand, zodat er tussendoor ononderbroken arpeggio’s kunnen worden gespeeld. Ook transcribeerde Liszt veel muziek van andere componisten voor piano, zoals alle symfonieën van Beethoven.

Een ander kenmerk van Liszts muziek, dat ook in Un sospiro is terug te vinden, is zijn gebruik van chromatiek in harmonie. Ook gebruikte Liszt toonladders die niet binnen mineur en majeur te vatten zijn, zoals heletoonstoonladders (met tussen elke noot een interval van een grote secunde) en octatonische toonladders (met acht tonen in plaats van de gebruikelijke zeven).

Liszt’s orkestmuziek valt in een aantal gevallen in het genre van het symfonische gedicht, een variant van programmatische muziek waarin de componist een gedicht of ander buitenmuzikaal element (een boek of een landschap mag bijvoorbeeld ook) als basis neemt. Het werd een van de populairste genres van de Romantiek.

Dood

Liszt overleed op 31 juli 1886 aan een longontsteking.

Rond zijn optredens was het publiek extatisch. Fans vochten om zijn zakdoeken en handschoenen, gebroken pianosnaren en wilden zelfs lokken van zijn haar.

Volgens een ooggetuigenverslag ging deze Lisztomania – zoals het bekend kwam te staan – nog veel verder: ‘Liszt gooide een onder het waakzaam oog van een dame zijn sigarenstompje op straat. Zij pakte het uit de goot en deed het in een met diamanten bezette medaillon, waar de monogram ‘F.L.’ op te lezen was. Hierna vervolgde zij haar weg, zich schijnbaar onbewust van de stank.’

Liszt als dirigent

In 1848 stopte Liszt met optreden om zich toe te leggen op componeren, dirigeren en les geven. Tussen 1848 en 1861 verzorgde hij de hofmuziek aan Weimar. Hier voerde hij veel nieuwe muziek op; hij dirigeerde onder andere bij de première van Richard Wagner’s Lohengrin in 1850.

Liszt als componist

Liszts virtuositeit als pianist vertaalde zich naar zijn composities. In Un sospiro wordt de melodie noot voor noot verdeeld tussen de linker- en rechterhand, zodat er tussendoor ononderbroken arpeggio’s kunnen worden gespeeld. Ook transcribeerde Liszt veel muziek van andere componisten voor piano, zoals alle symfonieën van Beethoven.

Een ander kenmerk van Liszts muziek, dat ook in Un sospiro is terug te vinden, is zijn gebruik van chromatiek in harmonie. Ook gebruikte Liszt toonladders die niet binnen mineur en majeur te vatten zijn, zoals heletoonstoonladders (met tussen elke noot een interval van een grote secunde) en octatonische toonladders (met acht tonen in plaats van de gebruikelijke zeven).

Liszt’s orkestmuziek valt in een aantal gevallen in het genre van het symfonische gedicht, een variant van programmatische muziek waarin de componist een gedicht of ander buitenmuzikaal element (een boek of een landschap mag bijvoorbeeld ook) als basis neemt. Het werd een van de populairste genres van de Romantiek.

Dood

Liszt overleed op 31 juli 1886 aan een longontsteking.

Bijgewerkt op maandag 30 september 2019