Nog geen account of wachtwoord vergeten? Klik hier
column

Scordatura

door Anna de Vey Mestdagh
27 mrt. 2019 27 maart 2019

Voor mij persoonlijk verliep het laatste concert in Carnegie Hall in New York dramatisch. Nauwelijks waren we begonnen aan Ein Heldenleben of mijn E-snaar knapte. 

Afgelopen tournee naar de Verenigde Staten stond het meesterstuk Ein Heldenleben van Richard Strauss op de lessenaar. Een held, een geliefde en kibbelende critici: drama verzekerd! Voor mij persoonlijk verliep het laatste concert in Carnegie Hall in New York extra dramatisch. Nauwelijks waren we begonnen om de held in al zijn glorie ten tonele te voeren of mijn E-snaar knapte. 

Degene met de reservesnaren in zijn borstzakje zat vier lessenaars van mij verwijderd, dus het duurde even voordat de boodschap was doorgekomen. Vervolgens lukte het me in de zenuwen pas na drie pogingen om de nieuwe snaar op mijn viool te krijgen. Was hij goed gestemd? Geen idee! Ondertussen denderde het orkest voort, onmogelijk om ook maar iets te controleren.

En tijdens de daaropvolgende vertolking van de zoet klagende en subtiel flirtende geliefde, een prachtige solo van onze concertmeester Liviu Prunaru, liet ik het wel uit mijn hoofd om aan de snaren te gaan zitten plukken, laat staan ze bij te stemmen. Toen het allemaal eindelijk zo ongeveer op orde was, waren we aangekomen bij de plek waar in de partituur staat voorgeschreven dat de ­violisten hun G-snaar een halve toon omlaag moeten stemmen. Heb ik dat.

Maar goed, soms stemmen we onze snaren dus expres anders dan normaal, op voorschrift van de componist wel te verstaan. Dat heet met een mooi Italiaans woord scordatura. De redenen kunnen uiteenlopend zijn: het gemakkelijker kunnen spelen van bepaalde noten en akkoorden, het uitbreiden van het bereik van een instrument of het laten klinken van een geheel nieuw timbre. 

Je kunt je voorstellen dat een plotseling lager gestemde G-snaar (de laagste snaar) van een viool niet alleen een verrassende toon voortbrengt, maar ook een onverwacht ontspannen klank oplevert: nooit resoneert een ges op de viool zo vrij als wanneer hij op een losse snaar wordt gespeeld. Precies dat gebeurt er in Ein Heldenleben op het moment dat de stemmen van de held en zijn aanbedene zijn verstomd. Juist door die onbestemde ‘losse’ klank blijft de vraag ‘hoe loopt dit dramatische liefdesspel af?’ zwevend in de lucht hangen. Prachtig. Mijn tijdens het concert in New York al bij voorbaat ingezette, geheel onbedoelde scordatura deed hier gelukkig niets aan af.

Afgelopen tournee naar de Verenigde Staten stond het meesterstuk Ein Heldenleben van Richard Strauss op de lessenaar. Een held, een geliefde en kibbelende critici: drama verzekerd! Voor mij persoonlijk verliep het laatste concert in Carnegie Hall in New York extra dramatisch. Nauwelijks waren we begonnen om de held in al zijn glorie ten tonele te voeren of mijn E-snaar knapte. 

Degene met de reservesnaren in zijn borstzakje zat vier lessenaars van mij verwijderd, dus het duurde even voordat de boodschap was doorgekomen. Vervolgens lukte het me in de zenuwen pas na drie pogingen om de nieuwe snaar op mijn viool te krijgen. Was hij goed gestemd? Geen idee! Ondertussen denderde het orkest voort, onmogelijk om ook maar iets te controleren.

En tijdens de daaropvolgende vertolking van de zoet klagende en subtiel flirtende geliefde, een prachtige solo van onze concertmeester Liviu Prunaru, liet ik het wel uit mijn hoofd om aan de snaren te gaan zitten plukken, laat staan ze bij te stemmen. Toen het allemaal eindelijk zo ongeveer op orde was, waren we aangekomen bij de plek waar in de partituur staat voorgeschreven dat de ­violisten hun G-snaar een halve toon omlaag moeten stemmen. Heb ik dat.

Maar goed, soms stemmen we onze snaren dus expres anders dan normaal, op voorschrift van de componist wel te verstaan. Dat heet met een mooi Italiaans woord scordatura. De redenen kunnen uiteenlopend zijn: het gemakkelijker kunnen spelen van bepaalde noten en akkoorden, het uitbreiden van het bereik van een instrument of het laten klinken van een geheel nieuw timbre. 

Je kunt je voorstellen dat een plotseling lager gestemde G-snaar (de laagste snaar) van een viool niet alleen een verrassende toon voortbrengt, maar ook een onverwacht ontspannen klank oplevert: nooit resoneert een ges op de viool zo vrij als wanneer hij op een losse snaar wordt gespeeld. Precies dat gebeurt er in Ein Heldenleben op het moment dat de stemmen van de held en zijn aanbedene zijn verstomd. Juist door die onbestemde ‘losse’ klank blijft de vraag ‘hoe loopt dit dramatische liefdesspel af?’ zwevend in de lucht hangen. Prachtig. Mijn tijdens het concert in New York al bij voorbaat ingezette, geheel onbedoelde scordatura deed hier gelukkig niets aan af.

Anna de Vey Mestdagh is tweede violiste in het  Koninklijk Concert­gebouworkest.

Anna de Vey Mestdagh is tweede violiste in het  Koninklijk Concert­gebouworkest.

Dit artikel wordt u gratis aangeboden door Preludium. Meer lezen? Abonneer dan nu.