Nog geen account of wachtwoord vergeten? Klik hier
achter de schermen

Whisky en Wijngaarden

door Martijn Voorvelt
01 nov. 2017 01 november 2017

De befaamde fluwelen klank van het Koninklijk Concertgebouworkest ontvouwde zich in november 2017 in diverse concertzalen in Oost-Azië. Daaronder bevinden zich twee zalen met dezelfde akoestisch ontwerper en een vergelijkbare opzet: Suntory Hall in Tokio is inmiddels vertrouwd, Lotte Concert Hall in Seoul opende in 2016 zijn deuren.

Concertzalen zijn een belangrijke graadmeter voor economisch succes. In Europa hebben recentelijk een aantal prestigieuze nieuwe concertzalen opzien gebaard. De Philharmonie in Parijs is voor het Koninklijk ­Concertgebouworkest inmiddels bekend terrein; op 10 oktober jongstleden maakte het orkest ­kennis met de – zo mogelijk nog spectaculairdere – Elbphilharmonie in Hamburg. Maar het is vooral in Oost-Azië dat concertzalen de laatste jaren als paddenstoelen uit de grond schieten. Neem de Lotte Concert Hall in Seoul, geopend op 19 augustus 2016, waar het Concertgebouworkest deze maand voor het eerst optreedt.

'De eerste grote zaal in Korea met een orgel. En wat voor één!'

De zaal is genoemd naar de Koreaanse multinational die haar financierde, en gesitueerd op de zevende tot en met de elfde verdieping van een gigantisch complex dat ook een winkelcentrum, een bioscoop, een aquarium, en – o ja – een 555 meter hoge wolkenkrabber bevat. Evenals bij de Philharmonie in Parijs en – bijvoorbeeld – de Walt Disney Concert Hall in Los Angeles is het Japanse bedrijf Nagata Acoustics verantwoordelijk voor het akoestische ontwerp. Lotte Concert Hall is een akoestisch wonder, zo wordt beloofd. De zaal is primair bedoeld voor symfonieorkesten, maar door een systeem van mechanisch aan te passen vloeren en gordijnen kan ze ook geschikt worden gemaakt voor versterkte optredens van bijvoorbeeld rockbands.

Het is ook de eerste grote zaal in Korea met een orgel. En wat voor één: een door de Oostenrijkse firma Rieger gebouwd pijporgel met 4.958 pijpen en 68 registers. De 2.036 stoelen zijn rondom het podium gesitueerd in een zogenaamde ‘vineyard’-opstelling: vanaf het podium uitwaaierend in opklimmende rijen, als de terrassen van een wijngaard. Lotte Concert Hall had haar deuren in septem­ber 2015 al zullen openen, maar de oplevering liet bijna een jaar op zich wachten. Met een opdrachtwerk van de Koreaanse componiste Unsuk Chin voor koor, orkest en orgel, uitgevoerd door het Seoul Philharmonic Orchestra en het Korean National Choir onder leiding van Myung-Whun Chung, werd de zaal op grootse wijze ingewijd.

Suntory hall

In veel opzichten is de Koreaanse zaal gemodelleerd naar Suntory Hall in Tokio, die inmiddels een wereldwijde ­reputatie heeft opgebouwd. Suntory Hall zette bij haar opening in oktober 1986 de trend voor ­Aziatische concertzalen die worden geïntegreerd in multifunctionele gebouwencomplexen, geïnitieerd en gefinancierd door grote ­bedrijven (Suntory Ltd. is een Japans ­whisky-­­ en biermerk). Ook hier is sprake van een wijngaard-opstelling, een groot Rieger-orgel (5.898 pijpen, 74 registers) en een geavanceerd akoestisch ontwerp door – hoe kan het ook anders – Nagata Acoustics.

Concertzalen zijn een belangrijke graadmeter voor economisch succes. In Europa hebben recentelijk een aantal prestigieuze nieuwe concertzalen opzien gebaard. De Philharmonie in Parijs is voor het Koninklijk ­Concertgebouworkest inmiddels bekend terrein; op 10 oktober jongstleden maakte het orkest ­kennis met de – zo mogelijk nog spectaculairdere – Elbphilharmonie in Hamburg. Maar het is vooral in Oost-Azië dat concertzalen de laatste jaren als paddenstoelen uit de grond schieten. Neem de Lotte Concert Hall in Seoul, geopend op 19 augustus 2016, waar het Concertgebouworkest deze maand voor het eerst optreedt.

'De eerste grote zaal in Korea met een orgel. En wat voor één!'

De zaal is genoemd naar de Koreaanse multinational die haar financierde, en gesitueerd op de zevende tot en met de elfde verdieping van een gigantisch complex dat ook een winkelcentrum, een bioscoop, een aquarium, en – o ja – een 555 meter hoge wolkenkrabber bevat. Evenals bij de Philharmonie in Parijs en – bijvoorbeeld – de Walt Disney Concert Hall in Los Angeles is het Japanse bedrijf Nagata Acoustics verantwoordelijk voor het akoestische ontwerp. Lotte Concert Hall is een akoestisch wonder, zo wordt beloofd. De zaal is primair bedoeld voor symfonieorkesten, maar door een systeem van mechanisch aan te passen vloeren en gordijnen kan ze ook geschikt worden gemaakt voor versterkte optredens van bijvoorbeeld rockbands.

Het is ook de eerste grote zaal in Korea met een orgel. En wat voor één: een door de Oostenrijkse firma Rieger gebouwd pijporgel met 4.958 pijpen en 68 registers. De 2.036 stoelen zijn rondom het podium gesitueerd in een zogenaamde ‘vineyard’-opstelling: vanaf het podium uitwaaierend in opklimmende rijen, als de terrassen van een wijngaard. Lotte Concert Hall had haar deuren in septem­ber 2015 al zullen openen, maar de oplevering liet bijna een jaar op zich wachten. Met een opdrachtwerk van de Koreaanse componiste Unsuk Chin voor koor, orkest en orgel, uitgevoerd door het Seoul Philharmonic Orchestra en het Korean National Choir onder leiding van Myung-Whun Chung, werd de zaal op grootse wijze ingewijd.

Suntory hall

In veel opzichten is de Koreaanse zaal gemodelleerd naar Suntory Hall in Tokio, die inmiddels een wereldwijde ­reputatie heeft opgebouwd. Suntory Hall zette bij haar opening in oktober 1986 de trend voor ­Aziatische concertzalen die worden geïntegreerd in multifunctionele gebouwencomplexen, geïnitieerd en gefinancierd door grote ­bedrijven (Suntory Ltd. is een Japans ­whisky-­­ en biermerk). Ook hier is sprake van een wijngaard-opstelling, een groot Rieger-orgel (5.898 pijpen, 74 registers) en een geavanceerd akoestisch ontwerp door – hoe kan het ook anders – Nagata Acoustics.

  • Daniele Gatti

    foto: Anne Dokter

    Daniele Gatti

    foto: Anne Dokter

  • Daniele Gatti

    foto: Anne Dokter

    Daniele Gatti

    foto: Anne Dokter

De ontwerpers van Suntory Hall hebben op hun beurt goed gekeken naar befaamde Europese concertzalen, met name de Berliner Philharmonie. Niemand minder dan ­Herbert von Karajan was als akoestisch adviseur betrokken bij de bouw. Hij noemde de Grote Zaal een ‘juwelendoos van klank’. Ook violist Frank Peter Zimmermann, die er deze maand bij het Concertgebouworkest zal soleren in het Vioolconcert van Beethoven, is laaiend enthousiast: ‘Je voelt dat de zaal je iets geeft wat andere zalen niet doen: terwijl je luistert naar je eigen klank, merk je dat er iets aan wordt toegevoegd dat het nog mooier maakt, zodat je nog beter gaat luisteren naar wat je doet.’

'Oost west, thuis best'

Update

Toch was het tijd voor een update. De technologie ontwikkelt zich immers razendsnel. Dertig jaar na de opening was de ­akoestiek al niet meer van deze tijd, dus moest er verbouwd worden. Van februari tot en met augustus 2017 sloot Suntory Hall zijn deuren. Deze maand wordt de heropening uitbundig gevierd met een festival waarin onder andere de Berliner Philharmoniker, het Gewandhausorchester en het Boston Sym­phony Orchestra aanwezig zijn. En natuurlijk het Koninklijk Concertgebouworkest, voor het eerst in Azië met chef-dirigent Daniele Gatti.

Het Concertgebouworkest gaat graag op tournee. ‘Tournees hebben een positieve invloed op het orkest’, in de woorden van algemeen directeur Jan Raes: ‘Het spelen in andere zalen zorgt bij de musici voor flexibiliteit, nieuwe perspectieven in het samenspel.’ Maar – oost west, thuis best – de orkestleden komen toch altijd weer graag thuis in Het Concertgebouw. Een zaal waarvan de akoestiek al sinds 1888 geroemd wordt als een van de mooiste ter wereld – en dat zonder geavanceerde digitale foefjes. Een zaal die geschiedenis ademt. Daar is ook wat voor te zeggen.

De ontwerpers van Suntory Hall hebben op hun beurt goed gekeken naar befaamde Europese concertzalen, met name de Berliner Philharmonie. Niemand minder dan ­Herbert von Karajan was als akoestisch adviseur betrokken bij de bouw. Hij noemde de Grote Zaal een ‘juwelendoos van klank’. Ook violist Frank Peter Zimmermann, die er deze maand bij het Concertgebouworkest zal soleren in het Vioolconcert van Beethoven, is laaiend enthousiast: ‘Je voelt dat de zaal je iets geeft wat andere zalen niet doen: terwijl je luistert naar je eigen klank, merk je dat er iets aan wordt toegevoegd dat het nog mooier maakt, zodat je nog beter gaat luisteren naar wat je doet.’

'Oost west, thuis best'

Update

Toch was het tijd voor een update. De technologie ontwikkelt zich immers razendsnel. Dertig jaar na de opening was de ­akoestiek al niet meer van deze tijd, dus moest er verbouwd worden. Van februari tot en met augustus 2017 sloot Suntory Hall zijn deuren. Deze maand wordt de heropening uitbundig gevierd met een festival waarin onder andere de Berliner Philharmoniker, het Gewandhausorchester en het Boston Sym­phony Orchestra aanwezig zijn. En natuurlijk het Koninklijk Concertgebouworkest, voor het eerst in Azië met chef-dirigent Daniele Gatti.

Het Concertgebouworkest gaat graag op tournee. ‘Tournees hebben een positieve invloed op het orkest’, in de woorden van algemeen directeur Jan Raes: ‘Het spelen in andere zalen zorgt bij de musici voor flexibiliteit, nieuwe perspectieven in het samenspel.’ Maar – oost west, thuis best – de orkestleden komen toch altijd weer graag thuis in Het Concertgebouw. Een zaal waarvan de akoestiek al sinds 1888 geroemd wordt als een van de mooiste ter wereld – en dat zonder geavanceerde digitale foefjes. Een zaal die geschiedenis ademt. Daar is ook wat voor te zeggen.

Dit artikel wordt u gratis aangeboden door Preludium. Meer lezen? Abonneer dan nu.