Nog geen account of wachtwoord vergeten? Klik hier
interview

Interview: pianist Alexander Gavrylyuk

door Myrthe van Dijk
01 jun. 2017 01 juni 2017

Na zijn debuut in 2010 speelt Alexander Gavrylyuk opnieuw Prokofjev bij het Koninklijk Concertgebouworkest, deze keer diens Eerste pianoconcert. ‘Je moet onzelfzuchtig genoeg zijn om de muziek te laten spreken.’

Er is veel gebeurd in het leven van Alexander Gavrylyuk, sinds het vorige interview in ­Preludium, vier jaar geleden. De Oekraïner was toen een in Nederland nieuw ontdekte jonge meesterpianist. In het interview van destijds etaleerde hij zijn boeiende persoonlijke inzichten op het gebied van zijn grote voorbeelden uit de Russische pianoschool, want daarmee werd door recensenten zijn ‘intense’ en ‘waarachtige’ pianospel onmiddellijk geassocieerd. Hoewel hij op zijn dertiende naar Australië was verhuisd, probeerde hij op zijn eigen manier het geheim van de legendarische Russische pianomeesters te ontrafelen door opnames, literatuur en composities te bestuderen. Zijn spraakmakende debuut bij het Koninklijk Concertgebouworkest in 2010 maakte hij met het Tweede pianoconcert van Sergej Prokofjev.

Het resulteerde in vervolgoptredens met het orkest, met Serge Rachmaninoffs Derde en Tweede pianoconcert, respectievelijk in 2013 en 2014. Nu, vier jaar later, staat een uitvoering op stapel van Prokofjevs Eerste pianoconcert. En voordat de indruk ontstaat dat ­Gavrylyuk alleen voor Russisch repertoire door het orkest wordt uitgenodigd: in 2018 komt hij terug met het Pianoconcert van Schumann. De samenwerking met het orkest inspireerde hem zodanig dat Gavrylyuk er bewust voor koos om zich, samen met zijn jonge gezin, in Nederland te vestigen: ‘Het trok mij aan om dichtbij het beste orkest ter wereld te wonen.’

Eindexamenstuk

Gavrylyuk is met alle pianoconcerten van Prokofjev vertrouwd, getuige een veel­geprezen cd-reeks die hij in 2009 opnam met het Sydney Symphony Orchestra en ­Vladimir Ashkenazy. ‘Het Eerste pianoconcert is het meest optimistische van de vijf. Het was Prokofjevs eindexamenstuk voor het conservatorium, en het bevat alles wat hij op dat moment in zich had: de muziek is theatraal en gedurfd, hij was niet bang om over grenzen te gaan.’

Gavrylyuk schetst het contrast met de andere concerten: ‘Daarin hoor je sterker een persoonlijke zoektocht van de componist, of een diepe emotionele lading door moeilijke tijden. Vergeleken daarmee is het Eerste pianoconcert nog jeugdig en onbezorgd.’ Het werk biedt ook een blik in de toekomst: ‘Je kunt dat sarcastische gevoel voor humor al horen, en het tweede deel is qua lyriek en emotionele diepte een voorbode van Prokofjevs latere pianosonates.’

Er is veel gebeurd in het leven van Alexander Gavrylyuk, sinds het vorige interview in ­Preludium, vier jaar geleden. De Oekraïner was toen een in Nederland nieuw ontdekte jonge meesterpianist. In het interview van destijds etaleerde hij zijn boeiende persoonlijke inzichten op het gebied van zijn grote voorbeelden uit de Russische pianoschool, want daarmee werd door recensenten zijn ‘intense’ en ‘waarachtige’ pianospel onmiddellijk geassocieerd. Hoewel hij op zijn dertiende naar Australië was verhuisd, probeerde hij op zijn eigen manier het geheim van de legendarische Russische pianomeesters te ontrafelen door opnames, literatuur en composities te bestuderen. Zijn spraakmakende debuut bij het Koninklijk Concertgebouworkest in 2010 maakte hij met het Tweede pianoconcert van Sergej Prokofjev.

Het resulteerde in vervolgoptredens met het orkest, met Serge Rachmaninoffs Derde en Tweede pianoconcert, respectievelijk in 2013 en 2014. Nu, vier jaar later, staat een uitvoering op stapel van Prokofjevs Eerste pianoconcert. En voordat de indruk ontstaat dat ­Gavrylyuk alleen voor Russisch repertoire door het orkest wordt uitgenodigd: in 2018 komt hij terug met het Pianoconcert van Schumann. De samenwerking met het orkest inspireerde hem zodanig dat Gavrylyuk er bewust voor koos om zich, samen met zijn jonge gezin, in Nederland te vestigen: ‘Het trok mij aan om dichtbij het beste orkest ter wereld te wonen.’

Eindexamenstuk

Gavrylyuk is met alle pianoconcerten van Prokofjev vertrouwd, getuige een veel­geprezen cd-reeks die hij in 2009 opnam met het Sydney Symphony Orchestra en ­Vladimir Ashkenazy. ‘Het Eerste pianoconcert is het meest optimistische van de vijf. Het was Prokofjevs eindexamenstuk voor het conservatorium, en het bevat alles wat hij op dat moment in zich had: de muziek is theatraal en gedurfd, hij was niet bang om over grenzen te gaan.’

Gavrylyuk schetst het contrast met de andere concerten: ‘Daarin hoor je sterker een persoonlijke zoektocht van de componist, of een diepe emotionele lading door moeilijke tijden. Vergeleken daarmee is het Eerste pianoconcert nog jeugdig en onbezorgd.’ Het werk biedt ook een blik in de toekomst: ‘Je kunt dat sarcastische gevoel voor humor al horen, en het tweede deel is qua lyriek en emotionele diepte een voorbode van Prokofjevs latere pianosonates.’

Stokpaardje

Was Prokofjev als pianist een voorbeeld voor Gavrylyuk? ‘Er zijn veel goede opnames van hem, maar voor mij was hij toch meer een groot componist. Als pianist was hij een beetje onvoorspelbaar, minder gericht op details in de uitvoering. Ik voel me meer aangetrokken tot het pianospel van Rachmaninoff: een perfectionist die een uitgewerkte visie overbrengt, zeer stijlgetrouw, en tegelijkertijd vrij in zijn spel. Hij was een meester in timing, hij begreep hoe je daarmee de muziek op een natuurlijke manier kunt laten ademen, en hoe je de ruimte tussen de noten kunt benutten, net als Vladimir Horowitz. Bij Horowitz ging dat overigens spontaan, als hij een piano aanraakte gebeurde het gewoon.'

'Via mijn innerlijk probeer ik de essentie van de noten over te brengen’

'Maar Rachmaninoff werkte er zijn hele leven aan, hij moest als structureel denkend componist eerst door een intellectuele fase heen voor hij die vrijheid bereikte.’ Dat streven wortelt volgens Gavrylyuk in méér dan alleen de Russische pianotraditie: ‘De grondleggers van de Russische pianoschool, de broers Anton en Nikolai Rubinstein, waren sterk geïnspireerd door de frasering in Italiaanse opera’s. Die is heel intuïtief, heel natuurlijk, en daarom heel moeilijk metrisch vast te leggen: als je dat zou proberen gaat het leven eruit. Die kunst om van moment tot moment de meest natuurlijke frasering te bereiken werd ook een vertrekpunt van de Russische pianoschool.’

Er was nog een ander verband met de Italiaanse opera: ‘De stem was volgens de Rubinsteins het perfecte instrument, en fungeerde als verreweg het belangrijkste voorbeeld om de piano, een percussief instrument, te laten zingen.’ Dan komt Gavrylyuk terug op ‘de ruimte tussen de noten’. Zijn stokpaardje? ‘Absoluut. In een frase zijn er duizenden varianten om met die ruimte om te springen, door goede timing. Daarin schuilt de mogelijkheid om poëzie geboren te laten worden.’

Ego

Vier jaar geleden vertelde Gavrylyuk al over zijn fascinatie voor de kracht van muziek, die mensen kan verenigen maar ook hemzelf energie en houvast gaf in moeilijke tijden. Hoe is dat voor hem nu hij zijn geluk gevonden heeft in Nederland? ‘Niet alleen mijn leven is veranderd, maar ook mijn houding tegenover het pianospelen. Het gaat ­minder om zelfexpressie, en meer om een groter idee. Als je uitsluitend het pad van je persoonlijke muzikale ontwikkeling blijft volgen, kom je er vroeger of later achter dat het ego een obstakel kan vormen.’

'De ruimte tussen de noten: daarin schuilt de mogelijkheid om poëzie geboren te laten worden'

Lachend: ‘Natuurlijk kun je niet zonder een gezond stuk ego. Maar je moet onzelfzuchtig genoeg zijn om de muziek te laten spreken. Iedere compositie heeft een essentie, mijn benadering is nu om te proberen zo dicht mogelijk bij die artistieke waarheid te komen. Uiteraard kijk ik door de bril van mijn eigen persoonlijkheid, maar die wil ik zo schoon mogelijk houden. Vroeger was ik meer bezig mijn innerlijk uit te drukken, nu probeer ik via mijn innerlijk de essentie van de muziek over te brengen. En ik moet zeggen: het helpt dat ik nu vader ben, het leven draait dan niet meer alleen om jezelf.’

Stokpaardje

Was Prokofjev als pianist een voorbeeld voor Gavrylyuk? ‘Er zijn veel goede opnames van hem, maar voor mij was hij toch meer een groot componist. Als pianist was hij een beetje onvoorspelbaar, minder gericht op details in de uitvoering. Ik voel me meer aangetrokken tot het pianospel van Rachmaninoff: een perfectionist die een uitgewerkte visie overbrengt, zeer stijlgetrouw, en tegelijkertijd vrij in zijn spel. Hij was een meester in timing, hij begreep hoe je daarmee de muziek op een natuurlijke manier kunt laten ademen, en hoe je de ruimte tussen de noten kunt benutten, net als Vladimir Horowitz. Bij Horowitz ging dat overigens spontaan, als hij een piano aanraakte gebeurde het gewoon.'

'Via mijn innerlijk probeer ik de essentie van de noten over te brengen’

'Maar Rachmaninoff werkte er zijn hele leven aan, hij moest als structureel denkend componist eerst door een intellectuele fase heen voor hij die vrijheid bereikte.’ Dat streven wortelt volgens Gavrylyuk in méér dan alleen de Russische pianotraditie: ‘De grondleggers van de Russische pianoschool, de broers Anton en Nikolai Rubinstein, waren sterk geïnspireerd door de frasering in Italiaanse opera’s. Die is heel intuïtief, heel natuurlijk, en daarom heel moeilijk metrisch vast te leggen: als je dat zou proberen gaat het leven eruit. Die kunst om van moment tot moment de meest natuurlijke frasering te bereiken werd ook een vertrekpunt van de Russische pianoschool.’

Er was nog een ander verband met de Italiaanse opera: ‘De stem was volgens de Rubinsteins het perfecte instrument, en fungeerde als verreweg het belangrijkste voorbeeld om de piano, een percussief instrument, te laten zingen.’ Dan komt Gavrylyuk terug op ‘de ruimte tussen de noten’. Zijn stokpaardje? ‘Absoluut. In een frase zijn er duizenden varianten om met die ruimte om te springen, door goede timing. Daarin schuilt de mogelijkheid om poëzie geboren te laten worden.’

Ego

Vier jaar geleden vertelde Gavrylyuk al over zijn fascinatie voor de kracht van muziek, die mensen kan verenigen maar ook hemzelf energie en houvast gaf in moeilijke tijden. Hoe is dat voor hem nu hij zijn geluk gevonden heeft in Nederland? ‘Niet alleen mijn leven is veranderd, maar ook mijn houding tegenover het pianospelen. Het gaat ­minder om zelfexpressie, en meer om een groter idee. Als je uitsluitend het pad van je persoonlijke muzikale ontwikkeling blijft volgen, kom je er vroeger of later achter dat het ego een obstakel kan vormen.’

'De ruimte tussen de noten: daarin schuilt de mogelijkheid om poëzie geboren te laten worden'

Lachend: ‘Natuurlijk kun je niet zonder een gezond stuk ego. Maar je moet onzelfzuchtig genoeg zijn om de muziek te laten spreken. Iedere compositie heeft een essentie, mijn benadering is nu om te proberen zo dicht mogelijk bij die artistieke waarheid te komen. Uiteraard kijk ik door de bril van mijn eigen persoonlijkheid, maar die wil ik zo schoon mogelijk houden. Vroeger was ik meer bezig mijn innerlijk uit te drukken, nu probeer ik via mijn innerlijk de essentie van de muziek over te brengen. En ik moet zeggen: het helpt dat ik nu vader ben, het leven draait dan niet meer alleen om jezelf.’

Dit artikel wordt u gratis aangeboden door Preludium. Meer lezen? Abonneer dan nu.